Dat betekent een stijging ten opzichte van 2005. Toen wilde nog maar een op de vijf tot hun pensioengerechtigde leeftijd aan de slag blijven.Dat blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2006 die dinsdag –op de Dag van de Arbeid– door minister Donner (Sociale Zaken) naar de Tweede Kamer is gestuurd. Aan het jaarlijkse onderzoek dat door TNO, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en TNS Nipo is verricht, werkten ruim 24.000 werknemers mee.

Volgens het kabinet is het van belang dat steeds meer oudere werknemers (blijven) werken om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. Uit het onderzoek blijkt dat in alle leeftijdsgroepen de bereidheid toeneemt om aan de slag te blijven tot 65 jaar. Van de jongeren tot 25 jaar wil 38,5 procent doorwerken. De animo daarvoor is met 18,3 procent het kleinst bij de ouderen (55 tot 65 jaar).

Mannen en vrouwen denken wat betreft doorwerken vrijwel hetzelfde. Wel zijn er verschillen per sector. Zo wil meer dan 30 procent van het personeel in de landbouw en visserij, horeca, zakelijke dienstverlening, onderwijs en cultuursector aan de slag blijven tot 65 jaar. Maar bijvoorbeeld in de bouwnijverheid gaat het om 18,3 procent, in de industrie om 22,1 procent en in het openbaar bestuur 23,1 procent.