Enkele jaren geleden figureerde Pronk na een oproep in de krant in een oorlogsfilm in Scheveningen. „Ineens liep ik met kaalgeschoren hoofd in de Javastraat. Meedoen met zo’n film brengt de oorlog heel dichtbij. Het stimuleerde mij om nog meer over de oorlogsjaren in Scheveningen te gaan verzamelen en onderzoek naar die periode te doen.”Pronk is naar eigen zeggen in zijn jeugd blijven hangen. „Iedere jongen speelt graag soldaatje. Bij mij is die fase nooit overgegaan”, lacht hij. „Ik ben helaas nooit in dienst geweest. In plaats daarvan struinde ik militariabeurzen af en verzamelde onder meer allerlei bijzondere foto’s.” Daarnaast begon hij te corresponderen met veteranen en leerde zo meer en meer over de Tweede Wereldoorlog.

Het resulteerde al in een boek over de Slag om Arnhem, dat in 2001 werd gepubliceerd. „Ik ben er vijf jaar mee bezig geweest.” Inmiddels werkt Pronk aan een boek over alle genieonderdelen die in de oorlog in Nederland waren gelegerd, maar dat plan is nu even in de ijskast gezet.

De specifiek Scheveningse collectie groeide en groeide intussen namelijk ook, maar bleef jaren ongebruikt opgeslagen. Totdat hij besloot zijn collectie uit de mottenballen te halen. „Er zitten items bij die niet eerder te zien zijn geweest. Bonkaarten, persoonsbewijzen, persoonlijke bezittingen van vissers, kiekjes van Duitse militairen bij de pier.”

Pronk vindt het belangrijk om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden. Op deze manier kan hij daar een bijdrage aan leveren. „We mogen die periode niet vergeten”, vindt hij.

De expositie ”Van dorp tot spergebied” is te zien tijdens de openingstijden van de bibliotheek. Donderdag houdt Scheveninger Evert de Niet een lezing over de evacuatie van Scheveningen in 1943.