Al eerder was gebleken dat de politieke steun in het college en in de gemeenteraad afbrokkelde. Ondanks de berekening van B en W dat Lokerbroek ruim 3 miljoen euro goedkoper uit zou vallen dan een nieuw industrieterrein aansluitend aan Vletgaarsmaten, bleef de meerderheid van de raad bij haar standpunt.

Omdat het college van B en W zeer verdeeld was over Lokerbroek, was de steun van de SGP-fractie onontbeerlijk voor dit plan. CDA en CU bleven Lokerbroek steunen, want zij vinden dat Lokerbroek een meerwaarde heeft vanwege de ligging bij de A1. Ook de Kring Werkgevers Rijssen (KWR) had liever Lokerbroek in ontwikkeling genomen dan Vletgaarsmaten III.

SGP-raadslid G. Steunenberg legde uit waarom de SGP definitief afzag van Lokerbroek en de Wet voorkeursrecht gemeenten (WVG) op Vletgaarsmaten III van kracht wilde laten worden. „Van groot belang is dat er een goede verbinding tot stand komt tussen het Rijssense en het Holtense industrieterrein. Wij hebben de indruk dat met een keus voor Vletgaarsmaten de noordelijke rondweg in Holten en de westelijke rondweg in Rijssen beter in beeld komen dan met Lokerbroek.”

Steunenberg zei niet onder de indruk te zijn van de 3 miljoen euro meerkosten voor Vletgaarsmaten III waar het college mee zwaaide. „We kunnen niet zo veel met die cijfers, temeer ook omdat de echte getallen niet naar buiten mogen komen. Bij de aan te kopen gebouwen zijn geveltaxaties verricht, maar de werkelijke uitkomsten kunnen anders uitvallen.”

Uit de discussie die daarna volgde bleek dat alleen CDA en CU nog voorstanders van Lokerbroek waren. De pogingen van GB-raadslid W. Veneklaas om het gebied ten zuiden van de Dorpertijd buiten schot te houden, liepen op niets uit. De andere partijen wilden verdere ontwikkelingen eerst afwijken en geen nieuwe gebieden onder het WVG laten vallen. Voor de definitieve inrichting van het gebied heeft de gemeente nog ongeveer twee jaar ter beschikking.