PvdA–Kamerlid wil hogere pensioenopbrengst jongeren
UTRECHT (ANP) – De opbrengsten van pensioensparen moeten volgens de PvdA voor jong personeel hoger worden dan voor ouderen. Dat is volgens Tweede Kamerlid Vos van de PvdA nodig om de solidariteit in stand te houden op een vergrijsde arbeidsmarkt waar meer flexibiliteit van werkenden wordt gevraagd en de pensioenen voor ouderen al goed geregeld zijn.
Vos hield donderdag op persoonlijke titel haar pleidooi bij een debat van Netspar, het instituut over levensloop en pensioenen van de Universiteit van Tilburg. Zij wees erop dat elke euro die een werknemer van bijvoorbeeld 25 jaar inlegt meer waard is dan de premie van iemand van 60, omdat het geld meer tijd heeft om te renderen in het pensioenfonds. Dat willen jongeren volgens haar ook vertaald zien in de opbouw van hun pensioenrechten.Regeringspartner CDA is tegen het PvdA–voorstel. „Nu krijgt iedereen een pensioenopbouw van 1,75 procent van het loon. In de voorstellen van Vos wordt dat percentage hoger voor jongeren, bijna 3 procent, en lager voor ouderen: 1,2 procent vanaf 55 jaar", aldus CDA–Kamerlid Omtzigt. Zo verlaagt Vos volgens hem het opbouwrecht van een 55–plusser met 30 procent. „Zo kleed je het pensioen van ouderen helemaal uit".
Maar volgens Vos betalen veel jonge werknemers een forse premie voor ouderen, omdat zij vaker wisselen van baan of een eigen onderneming beginnen en dan uit een fonds moeten stappen. Volgens het Kamerlid, dat zich als oud–voorzitter van het Alternatief Voor Vakbond altijd hard heeft gemaakt voor de positie van jongeren, flexwerkers en zelfstandigen, ligt het omslagpunt rond de 46 jaar.
Zij stelt dat het huidige systeem een kleine eeuw geleden bij de opbouw van het pensioenstelsel nog cruciaal was voor de solidariteit. Anders zouden de ouderen van toen die nog niets hadden kunnen sparen, geen pensioen kunnen hebben. Maar inmiddels is volgens haar sprake van een andere situatie „Ouderen zijn vaak rijker dan jonge werkenden".
Als de opbrengst van pensioensparen voor jongeren hoger is dan voor ouderen, ontstaat volgens Vos bovendien een natuurlijk vroegpensioen voor mensen die jong beginnen in zware beroepen. „Automatisch wordt bewerkstelligd dat degenen die vroeger beginnen met werken eerder kunnen ophouden. Degenen die lang gestudeerd hebben, moeten dan wat langer doorwerken".
Directeur Coen Teulings en onderdirecteur Casper van Ewijk van het Centraal Planbureau wezen bij Netspar ook op problemen door de vergrijzing. Zo moeten deelnemers meer helderheid krijgen over hun rechten. Verder wordt nog veel nadruk gelegd op bescherming van rechten van gepensioneerden, terwijl nieuwe, vaak jonge deelnemers het niet meer aantrekkelijk vinden om toe te treden.
Mee– en tegenvallers in de spaarpotten van fondsen moeten volgens het CPB niet alleen worden opgevangen door werkenden, zoals nu door aanpassing van premies. De aanspraken van gepensioneerden zouden directer dan nu afhankelijk moeten worden van resultaten van een pensioenfonds.