Kamer geeft Polen per 1 mei vrije toegang
DEN HAAG - Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer wil de grenzen per 1 mei volledig openen voor werknemers uit Polen en andere Oost-Europese landen die sinds 2004 EU-lid zijn.
Alleen de SP en de PVV verzetten zich tegen het plan van minister Donner (Sociale Zaken) om volgende week aan de overwegend Poolse werknemers die in Nederland willen werken, vrije toegang te geven.PvdA-Kamerlid Heerts eiste eerder nog samen met de linkse oppositie extra maatregelen om uitbuiting en problemen met illegale huisvesting te voorkomen. Maar woensdag zei Heerts dat Donner genoeg maatregelen heeft genomen. Zo moeten gemeenten door samenwerking met onder meer de Belastingdienst meer armslag krijgen om op verdachte adressen te controleren.
Wel willen PvdA en GroenLinks dat Donner haast maakt met een onderzoek naar meer rechten voor werknemers om achterstallig loon te claimen. Vorige week zei de bewindsman al te bekijken of en hoe voorkomen kan worden dat kwaadwillende werkgevers door constructies met malafide uitzendbureaus hun verantwoordelijkheid voor onderbetaling en (on)veilige werkomstandigheden ontlopen.
Donner heeft het idee om via het strafrecht en/of het Burgerlijk Wetboek een soortgelijke regeling te treffen, zoals nu bestaat tegen heling. „Zodra personeel wordt aangeboden onder het minimumloon, kan een inlener op zijn klompen aanvoelen dat er iets mis kan zijn en dat hij dat moet uitzoeken”, aldus de minister. Hij zegde toe in juni met een notitie te komen.
De bewindsman is blij dat Polen vanaf volgende week zonder werkvergunning aan de slag kunnen in Nederland. Anders zou volgens hem de groeiende economie geschaad worden, omdat het steeds lastiger wordt om geschikt personeel te vinden bij een toenemend aantal vacatures.
Bovendien gelooft de bewindsman dat werknemers uit de Oost-Europese landen die sinds 2004 lid zijn van de Europese Unie beter kunnen opkomen voor hun rechten zodra ze niet meer gebonden zijn aan een werkvergunning. „Per 1 mei kunnen Polen ook kiezen en overstappen van werkgever als ze merken dat ze minder betaald krijgen dan hun collega’s”, aldus Donner.
De minister verwacht geen forse stijging van het aantal arbeidskrachten uit de Oost-Europese landen, omdat er al soepeler werkvergunningen werden verstrekt in de meeste sectoren door een toenemend tekort aan personeel. Hij rekent op 100.000 tot 120.000 werknemers op jaarbasis. Dat is in lijn met de bijna 24.000 werkvergunningen die in het eerste kwartaal van dit jaar zijn verstrekt.
Nederland kent net als Polen veel laagbetaalde arbeid, terwijl in naburige landen de verhoudingen tussen goed en slecht betaalde werknemers gunstiger zijn. Poolse werknemers gaan dan ook liever aan het werk in Duitsland en Engeland, omdat ze daar een grotere kans hebben op meer salaris dan in Nederland.
Dat concludeerde adjunct-directeur Dirk Dragstra van de stichting Loonwijzer, een samenwerkingsverband van onder meer de Universiteit van Amsterdam en de vakcentrale FNV, woensdag op basis van een vergelijkend onderzoek. Hij spreekt van „Poolse toestanden in Nederland.”
In Polen is 27 procent van het werk laagbetaalde arbeid. Als norm geldt dat het salaris niet meer bedraagt dan twee derde van het middelloon in een land. In Nederland is het aandeel lager betaalden 23 procent. In België gaat het om 18 procent, in Groot-Brittannië om 16 procent en in Duitsland om 12 procent.