„Kindermishandeling ernstig onderschat”
VELP - Ondanks campagnes zijn het nog steeds vooral de politie en de leerkracht die kindermishandeling melden. Familie, buren en vrienden laten het in veel gevallen afweten. „Het bestrijden van kindermishandeling vraagt om permanente aandacht.”
Kindermishandeling is nog steeds „een ernstig onderschat probleem” in Nederland, zegt manager Gert van Harten van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) van het Bureau Jeugdzorg in Gelderland. „Tot nu toe werd het aantal mishandelingen geschat op 50.000 tot 80.000 per jaar. Dat aantal was gebaseerd op Engels-Amerikaans onderzoek. Voor het eerst is er nu Nederlands onderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat het werkelijke aantal mishandelingen boven de 100.000 ligt.”Van Harten wijst erop dat de vandaag bekend geworden aantallen betrekking hebben op mishandeling van kinderen zelf. „Eigenlijk moeten we daar nog de kinderen bij optellen die getuige zijn van geweld tussen hun ouders. Dat is psychisch minstens zo beschadigend. In dat geval moeten we het aantal nog eens verdubbelen.”
Per jaar overlijden er vijftig kinderen aan de gevolgen van mishandeling door hun ouders. Van Harten: „Dat is verbijsterend.”
Hoe kan dat in een beschaafd land als Nederland?
„Kindermishandeling is van alle tijden en plaatsen. Het is een illusie te denken dat we het helemaal kunnen uitroeien. De twee jaar geleden overleden prof. Van Dantzig, die veel betekende voor de bestrijding van kindermishandeling, heeft gewezen op een interessant aspect. Hij zei: Vrouwen en homo’s hebben voor hun eigen emancipatie gezorgd door voor hun rechten op te komen. Kinderen kunnen dat niet. Zij zijn afhankelijk van volwassenen. Maar dan moeten die het probleem wel serieus nemen.”
Over welke vormen van kindermishandeling gaat het?
„Slaan, schoppen, seksueel misbruik, verwaarlozing door zowel het onthouden van eten en drinken als aandacht en liefde. Er komen nieuwe vormen bij: eerwraak, loverboypraktijken en meisjesbesnijdenis.”
Zijn er risicofactoren?
„Armoede, slechte huisvesting, werkloosheid en huwelijksproblemen maken het er voor ouders niet makkelijker op om goed met hun kinderen om te gaan. Daarnaast moet worden gezegd dat kindermishandeling in alle lagen van de bevolking voorkomt.”
Rust er nog steeds een taboe op kindermishandeling?
„Er is een kentering gaande. Juist vandaag treedt er een wet in werking die geweld bij de opvoeding van kinderen verbiedt. Ook komt er meer aandacht voor het belang van opvoedingsondersteuning. Wij vinden het normaal dat iedereen zomaar aan kinderen kan beginnen, terwijl het opvoeden ervan een moeilijk vak is. In Zweden volgen vrijwel alle aanstaande ouders een cursus om te leren omgaan met kinderen. Dat zou in Nederland ook gewoon moeten worden. Net zo gewoon als het feit dat kinderen worden gemeten, gewogen en lichamelijk onderzocht op een consultatiebureau.”
Zijn er verbeterpunten in de strijd tegen kindermishandeling?
„We hebben afgelopen jaren verschillende publiekscampagnes gehad. Het effect daarvan is dat het nog steeds overwegend de professionals -de politie en de leerkracht- zijn die kindermishandeling melden. Op de vraag of men een geval van kindermishandeling zou melden, zegt bijna 100 procent van het grote publiek ja. Op de vraag of men het daadwerkelijk wel eens heeft gedaan, antwoordt slechts 0,3 procent met ja. Dat is een schril contrast. Jarenlang hadden de AMK’s lange wachtlijsten. Die zijn gelukkig zo goed als verdwenen, maar de kwaliteit van ons werk moet beter. Wij kunnen als AMK-medewerkers twee keer met de ouders en één keer met het kind praten. Dat is veel te weinig.”
Is er uitzicht op een oplossing?
„Er ligt een claim bij de politiek dat het budget van de AMK’s omhoog moet van 20 naar 40 miljoen euro per jaar. Het woord is nu aan minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin.”