Kleurrijk portret geref. gemeente H. I. Ambacht
Titel: ”Op deze petra… Facetten uit de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeente te Hendrik-Ido-Ambacht 1931-2006”
Auteur: C. Bregman en anderen
Uitgeverij: Kerkenraad Gereformeerde Gemeente te Hendrik-Ido-Ambacht, 2006
ISBN 90 902083 5 6
Pagina’s: 496
Prijs: € 22,50.
Ooit, in 1971, verscheen een kort overzicht van de geschiedenis van de gereformeerde gemeente te Hendrik-Ido-Ambacht. Op 18 bladzijden werden de voornaamste feiten uit de geschiedenis genoemd. Zonder franje en opsmuk. De gemeente kreeg er niet echt een gezicht door. Na 35 jaar heeft een herdenkingscommissie dit ruimschoots goedgemaakt. Nu verscheen er een openhartig boek van bijna 500 bladzijden met een kleurrijk portret van 75 jaar ’Ambacht’. Dikke boeken blijven niet altijd boeien. Uit dikke boeken is ook niet altijd een rode draad af te leiden. Aan dit euvel lijdt het herdenkingsboek van Hendrik-Ido-Ambacht niet. Het boek blijft boeien, terwijl de rode draad van de geschiedenis niet uit het oog is verloren. Dat is een prestatie, temeer omdat vier auteurs aan de uitgave hebben meegewerkt.
We lezen over de ontstaansgeschiedenis van de gemeente. Verschillende lijnen richting een eigen gemeente worden getekend, met als constante de behoefte aan een schriftuurlijk-bevindelijke prediking. Zo’n ontstaansgeschiedenis stempelt vaak een gemeente. En het geeft een opdracht mee voor het nageslacht.
Een opvallend zinnetje troffen we aan over de tijd dat er nog geen eigen gemeente in Ambacht was en een aantal mensen naar Zwijndrecht en Ridderkerk liep om voedsel voor hun ziel te verkrijgen. „Men had er ’s zondags”, zo lezen we, „een hele voetreis naar de buurgemeente voor over via de deels onverharde wegen om een schriftuurlijk-bevindelijke prediking te horen”. Wie zo’n voorgeschiedenis ter harte neemt, zal na 75 jaar niet gemakkelijk de auto pakken om de schriftuurlijk-bevindelijke prediking te ontvluchten.
Geestelijk leven
We mogen blij zijn dat we in het boek ook kunnen lezen over het geestelijke leven van kinderen Gods. Over een ouderling van het eerste uur lezen we: „Hij miste dikwijls de vaste zekerheid van het geloof in het borgwerk van Christus. Dat neemt overigens niet weg, dat iedereen in zijn omgeving aanvoelde dat Kok een man was die de Heere vreesde.” En over een andere ambtsdrager: „Hij leefde dikwijls dicht bij de Heere en had een tere levenswandel. Dat was voelbaar in het midden van de gemeente, in het bijzonder tijdens het openbare gebed. Hij ging als het ware gebukt onder de zorgen van de gemeente.” Aan ambtsdragers die de vreze des Heeren mogen kennen én uitstralen heeft elke gemeente behoefte. Als dat gemist wordt, kan het gemeenteleven volop draaien, maar is er toch een innerlijke leegte.
Kenmerkend voor dit jubileumboek is de openhartigheid. De samenstellers hebben niet geprobeerd hun gemeente zo gunstig mogelijk te tekenen. Ook de moeilijke perioden in de geschiedenis komen aan de orde. Iedere schrijver van een herdenkingsboek zal hier een spanningsveld voelen. De fouten uit de geschiedenis zijn tot lering in het heden. Ze mogen zelfs niet vergeten worden. Tegelijkertijd wordt wel gezegd dat bij de begrafenis van een kind van God al zijn gebreken ook begraven worden. Dat leidt tot voorzichtigheid, die we ook in het boek aantreffen.
Afzonderlijke aandacht is er voor de periode tussen 1950 en 1953, waarin het onrustig was binnen het kerkverband van de Gereformeerde Gemeenten. De schorsing van ds. R. Kok en het ontslag als docent van dr. C. Steenblok hadden beide ingrijpende gevolgen. Het liet ook Ambacht niet onberoerd. Kerkenraad en gemeenteleden hebben de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd.
Interviews
Heel wat jaren achtereen mocht de gemeente een eigen predikant hebben. Niet altijd bleek de verwachting dat een beroepen dominee komen zou overigens grond te hebben. Het komen en gaan van predikanten bleek ook niet altijd gladjes te verlopen. Ook daarover is het boek open. Inmiddels is de gemeente bijna vijf jaar vacant. Dat is heel wat voor zo’n grote gemeente in de Randstad. De Heere zendt Zijn knechten niet alleen waarheen Hij wil, maar ook wanneer Hij wil.
Het boek is gevarieerd door de interviews met onder meer (oud-)gemeenteleden en oud-predikanten. Hun blijvende liefde tot hun vroegere gemeente blijkt eruit. Zo lezen we de wens dat de gemeente trouw zal blijven „aan de prediking, zoals die onder ons altijd is geweest”, een prediking waarin de „dood in de mens en het leven in Jezus Christus en Dien gekruisigd” centraal staat.