Veel fouten door artsen in opleiding
HILVERSUM (ANP) - Artsen die in opleiding zijn voor medisch specialist maken zeker duizend fouten per jaar die ernstige gevolgen hebben voor de patiënt. Dat stelt onderzoeker Jelle Prins van de Rijksuniversiteit van Groningen.
Meer dan de helft van alle specialisten in opleiding zegt dat zij een of meer van dergelijke missers hebben begaan. Prins maakte de onderzoeksresultaten zondag bekend.De aanstaande specialisten schrijven de fouten toe aan lange werkdagen, hoge arbeidsdruk en het ontbreken van een goede begeleiding. Hun supervisor komt niet als hij nodig is, luidt het verwijt. Verder kan de arts-assistent soms niet met zijn vragen bij de specialist terecht, zodat hij er alleen voor staat. Een opleiding tot specialist vergt doorgaans zes jaar.
Prins schreef in 2005 alle 5100 arts-assistenten in Nederland aan. Bijna de helft (2145) deed aan het onderzoek mee. Van hen zei 54 procent dat zij ernstige fouten hadden gemaakt. Dat kunnen fouten zijn waardoor een patiënt langer in het ziekenhuis moet blijven tot een misser die de dood tot gevolg heeft.
De voorzitter van de Orde van Medisch Specialisten, professor P. Vierhout, is geschokt door de uitkomst van het onderzoek. „Dit mag niet voorkomen. Die manier van werken ken ik niet.” Hij gaat hierover een brief schrijven aan alle wetenschappelijke verenigingen en medisch specialisten in Nederland.
Het onderzoek van Prins is het eerste in Nederland naar aantallen medische fouten van arts-assistenten en volgens de onderzoeker het omvangrijkste ter wereld. „Het zijn vermijdbare fouten”, aldus Prins. „Die fouten komen door een opleidingsklimaat dat onveilig is waarin je even niet meer je opleider of supervisor belt om mee te kijken, waarin je door zo veel diensten achter elkaar extreem vermoeid bent en daardoor fouten gaat maken.”
Uit eerder onderzoek van Prins is gebleken dat een op de vijf arts-assistenten wordt getroffen door een burn-out en dat 40 procent oververmoeid zijn werk doet. De andragoog Prins denkt eind dit jaar op het onderzoek te promoveren.
De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) betreurt het dat er artsen in opleiding zijn die problemen ondervinden bij het uitoefenen van hun werk, maar vindt het ook jammer dat het beeld ontstaat van Nederlandse ziekenhuizen die draaien op oververmoeide, onervaren artsen in opleiding tot specialist.
De Jonge Orde, belangenvereniging voor artsen in opleiding tot specialist, wijst ook op de gezamenlijke verantwoordelijkheid. „Terwijl er van specialist en arts in opleiding steeds meer wordt gevraagd, wordt zelden extra geld vrij gemaakt voor uitbreiding van het aantal artsen. Hierdoor ontstaat een spanningsveld in de verdeling van taken tussen specialisten en hun aanstaande collega’s. Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”