Joldersma had, voor ze vragen ging stellen, eerst contact moeten opnemen met het CDA in Maastricht, stelt de raadsfractie. Dan had ze kunnen weten wat het CDA, net als de rest van de raad, voor argumenten had om voor spreiding van de coffeeshops te zijn.„Voelt u zich als Kamerlid van het CDA te groot om bij uw lokale partijgenoten te informeren?” vragen de Maastrichtse christendemocraten haar. „Bent u als Kamerlid niet medeverantwoordelijk voor het gedogen van de drugsverkoop aan de voordeur en tegelijkertijd voor het verbieden van de invoer via de achterdeur? Wij kunnen het onze achterban niet meer uitleggen. Zou u, als volksvertegenwoordiger op afstand, dan de enige ziende zijn in het kennelijke land der blinden?”

Joldersma wees er in haar vragen op dat het besluit van Maastricht om coffeeshops te verplaatsen naar de Belgische grens haaks staat op het regeerakkoord. Dat is het CDA in Maastricht in het verkeerde keelgat geschoten.

De Maastrichtenaren doen het Kamerlid een idee aan de hand: „Bent u bereid om middels het stellen van vragen ervoor te zorgen dat de Belgische regering gaat optreden tegen alle Belgen die als gevolg van hun cannabisinkopen in Maastricht overlast bezorgen?”

Een afschrift van de boze brief is ook gestuurd aan premier Balkenende en de minister van Justitie.