Het percentage teken dat besmet is met de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt, is in Nederland veel hoger dan in de rest van Europa, zo blijkt uit onderzoek van Wageningen Universiteit en De Natuurkalender, een samenwerkingsverband van diverse organisaties.Op 25 plaatsen worden maandelijks, verspreid door Nederland, teken gevangen. In Wageningen wordt vervolgens onderzocht of de teken besmet zijn met de bacterie Borrelia burgdorferi, de verwekker van de ziekte van Lyme. Dit is een aandoening die zonder behandeling met antibiotica na verloop van tijd kan leiden tot onder meer ernstige neurologische complicaties, gewrichtsklachten en algeheel verval van krachten.

Mensen die een tekenbeet hebben opgelopen, kunnen deze registreren op de website van de Natuurkalender. Op 31 december 2006 waren er 1861 meldingen binnengekomen. De meeste tekenbeten werden opgelopen in het bos (41 procent), in de eigen tuin (34 procent) en in de duinen (9 procent). Wandelen (32 procent) en tuinieren (25 procent) zijn de belangrijkste activiteiten waarbij mensen risico lopen door een teek te worden gebeten.

Vooral het hoge risico dat mensen lopen in hun eigen tuin is een opvallend gegeven, zo liet de Wageningse entomoloog prof. dr. W. Takken vrijdagmorgen op een persconferentie in Wageningen weten. Vogels en muizen vormen waarschijnlijk de belangrijkste dragers die ervoor zorgen dat teken ook rond het eigen huis kunnen opduiken.

Naar op 9 van de 25 locaties gevangen teken is in Wageningen inmiddels onderzoek gedaan. Daarbij werden verrassend hoge uitschieters gevonden. Borrelia-infecties werden aangetroffen op alle 9 locaties. Van de 624 gevangen teken was gemiddeld 23,7 procent besmet, met uitschieters op bepaalde locaties tot 50 procent.

Die percentages liggen veel hoger dan in de rest van Europa, waar het besmettingspercentage gemiddeld op ruim 10 procent ligt. Nederland vormt in Europa een land met een zeer hoge dichtheid van besmette teken, zo concluderen de onderzoekers. De oorzaken daarvan zijn niet bekend.

Verhoudingsgewijs de meeste besmette teken werden in juli, september en november 2006 aangetroffen in Gieten in Noordoost-Drente (50 procent), Kwade Hoek op Goeree-Overflakkee (40-45 procent, per maand verschillend) en Ede (30-38 procent, per maand verschillend).

Opvallend noemen de onderzoekers ook dat in de afgelopen zachte wintermaanden actieve teken werden aangetroffen. Dit is ongebruikelijk voor deze tijd van het jaar.

Tussen 1994 en 2005 is het aantal mensen dat door de huisarts werd behandeld voor een tekenbeet gestegen van 24.000 naar 75.000 per jaar. Het aantal patiënten met een rode ring om de tekenbeet, een zeker teken van besmetting, steeg van 6000 naar 17.000 per jaar.