„Prediken, vooral in tijd van aanvechting”
PUTTEN - Moet een predikant blijven preken als hij aangevochten wordt of hijzelf wel een kind van God is? Prof. dr. A. Baars: „Juist dán prediken! De satan heeft het vooral op voorgangers gemunt, die hij bestrijdt met subjectieve en objectieve twijfel. Het Woord van God is een kracht te midden van aanvechtingen.”
De christelijke gereformeerde hoogleraar zei dit tijdens een conferentie van het Contact Orgaan Gereformeerde Gezindte (COGG) over het thema ”Preken uit de tijd?” Prof. dr. A. Baars en dr. G. van den Brink verzorgden de hoofdlezingen, drs. H. de Jong en drs. J. W. J. Scheltens reageerden als coreferenten.Aan de behoefte om van de prediking een peptalk te maken moeten we weerstand bieden, vindt ds. De Jong, Nederlands gereformeerd predikant te Zeist. „Behalve de vertroosting is er immers ook de bestraffing. En de Heere God vergadert Zijn gemeente dwars door deze dubbele bediening heen. Dat leidt de ene maal tot veel toeloop en een andere keer juist tot verloop.”
Ds. De Jong zei in zijn werk als evangelieverkondiger altijd veel steun gehad te hebben aan de leer van de uitverkiezing. „Het is God Die door de verkondiging van het Evangelie roept en trekt degenen die Hij tot het eeuwige leven heeft uitverkoren. Dat heeft bij mij altijd tot een zekere ontspanning geleid. Het geeft rust dat de eindverantwoordelijkheid niet bij mij ligt.”
Hij vond dat bepaalde zaken in de Schrift „passé” zijn, zoals het instituut van slavernij, maar, zei hij, „er is meer”, zoals homofilie. „Een homofiel gemeentelid van nu zal zich in de tekst van Romeinen niet herkennen.”
Ds. Scheltens, gereformeerd predikant in Lunteren, wilde niet spreken over een crisis in de prediking. Het klinkt hem te bekommerd. „Zolang er gepreekt wordt, zijn er klachten. Een crisis suggereert dat het vroeger zo veel beter was. Het woord crisis kan ook erg subjectief gebruikt worden: alsof een preek alleen goed is als die in jouw straatje past.”
Kernvraag voor ds. Scheltens is: kunnen we begrijpen wat we in de kerk horen? „Ik vind een geestig verteld verhaaltje over wat je beleefd hebt wel eens aardig. Sommigen worden daar knorrig van. Ze komen niet voor verhaaltjes, zeggen ze dan. Maar in en achter een verhaaltje kan de wonderlijke wereld van Gods Koninkrijk doorgloeien. Het werk van de Heilige Geest zit ’m ook in gewone ontmoetingen.”
Is het houden van series preken over Bijbelboeken gewenst? Ds. De Jong: „Je kunt dingen aan de orde stellen die je zelf niet kiest. Maar je moet er wel op tijd mee ophouden en andere methodes kiezen.”
Ds. Scheltens: „Als je ziet dat de gemeente moeite krijgt met luisteren moet je stoppen.”
Prof. Baars: „Een serie geeft gelegenheid om te graven en spitten in de Schrift. Calvijn hield 200 preken over Deuteronomium.”