Gezin eerste radertje in geloofsopvoeding
WOERDEN - „De secularisatie beïnvloedt ons allemaal. De vloedgolf die over ons komt, is niet tegen te houden, die stroomt ook onze gezinnen binnen. Oppervlakkig gezien valt het bij ons misschien nog mee. Maar als datgene wat wij nog hebben nu eens een leeg testament is?”
Dat zei directeur J. H. Mauritz van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) donderdagavond op de jaarvergadering van de JBGG in Woerden.Uit een door de JBGG gehouden onderzoek blijkt dat 25 procent van de jongeren van de Gereformeerde Gemeenten niet betrokken is en dreigt af te haken. „Zijn dat de potentiële kerkverlaters?”, zo vroeg de directeur zich af.
„Het onderzoek van de bond houdt een onthullende spiegel voor. Onthullend, omdat velen de secularisatie niet zien. Niet alleen in de steden, maar ook in de dorpen is de secularisatie doorgedrongen. Dat wordt zichtbaar in afnemend kerkbezoek, zelfs in kerksluiting. Moet van onze kerk straks ook gezegd worden dat ze sterft?”
Het tekort aan religieuze socialisatie moet binnen het gezin gezocht worden, zo vervolgde Mauritz. „Het gezin is het eerste radertje in de geloofsopvoeding. We zullen elkaar in de gemeente daarover ook moeten aanspreken. Wie de Heere is, en wat Hij betekent in ons dagelijks leven. In het verleden was dit veelal een eenheid.”
De oorzaak van de verwatering moet vooral gezocht worden bij de media, stelde Mauritz. „Daarom doen we een appel op de gezinnen. De drie vitaminen, ”aandacht, belangstelling en contact” werken in de opvoeding nog steeds. Als de jongeren niet bij jeugdactiviteiten van de kerk betrokken zijn, hoe vaak hebben ze dan nog contact over de kerk? Jeugdwerk kun je niet afdwingen, maar wel stimuleren. Uit het onderzoek is gebleken dat die stimulans niet altijd in de gezinnen aanwezig is.”
In de prediking ligt het antwoord op de diepste nood van jongeren, aldus Mauritz. „De predikant zal zich moeten afvragen of zijn preek overkomt. Niet aangaande de inhoud, maar wel in de vormgeving”, vindt de directeur. „Het antwoord op dreigende kerkverlating ligt ook in catechese, jeugdwerk en jongerenpastoraat. De jeugdwerker is een ”visser van jongeren”. Maar hij niet alleen, er zal in de gemeente een cirkel om onze jongeren moeten zijn, om ze erbij te blijven betrekken.”
Ambtsdragers en leidinggevenden moeten staan voor „jeugdbeleid met een hart. We zullen bedreigingen onder ogen moeten zien. Te denken valt aan zaken als keetbezoek en drankgebruik. Hoe gaan we daarmee om? Jongeren hebben identificatiefiguren nodig. Meer aandacht is ook nodig voor de huisgodsdienst. Het jeugdwerk moet een relatie met het gezin hebben.”
De kerk staat in de storm, dat zal iedereen duidelijk zijn, zei Mauritz. „Maar er zijn nog jonge kinderen en de kerk heeft een Koning Die leeft.”
Ds. B. van der Heiden geridderd
Voorafgaand aan de jaarvergadering van de JBGG werd ds. B. van der Heiden benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Deze koninklijke onderscheiding viel de Alblasserdamse predikant ten deel voor het werk dat hij bijna 25 jaar voor de jeugdbond heeft verricht. Een aantal jaren was hij voorzitter. Ds. Van der Heiden nam donderdagavond afscheid als bestuurslid van de jeugdbond.