Advies aan trouwparen
Er is wat te doen rond trouwambtenaren die principieel weigeren stellen van hetzelfde geslacht voor de wet tot echtpaar te verklaren. Zij worden door de homobeweging op een zwarte lijst gezet en in het ergste geval wordt hun het functioneren door een besluit van de gemeenteraad onmogelijk gemaakt.
Zo goed als iedere lezer van deze krant zal het isoleren en uitsluiten van principiële trouwambtenaren een belachelijke zaak vinden. Maar wat valt ertegen te doen? Wij kunnen zulke personen in de voorbede opdragen, maar verder?Misschien is er toch een mogelijkheid om principieel christelijke trouwambtenaren een steuntje in de rug te geven en tevens gemeentebesturen en gemeenteraden te laten voelen waar zij mee bezig zijn. Ik wil in deze bijdrage de serieuze suggestie doen om gemeenten die uitsluiten, zelf uit te sluiten, en gemeenten die ambtenaren hebben die geen stellen van gelijk geslacht trouwen, daarin ondersteuning te geven.
Niet benijdenswaardig
Allereerst is het echter goed even stil te staan bij de principiële trouwambtenaren zelf en ons te verplaatsen in hun positie. Je moet maar steeds te horen en te lezen krijgen dat je onwettig bezig bent en dat je discriminatoir gedrag van de eerste orde vertoont. Als daarbij zo goed als de hele homobeweging schreeuwt dat je weg moet en een groot aantal politici zich mengt in dat koor, dan lijkt het mij dat je ondersteuning van Boven moet ontvangen, wil je je van al dat wolvengehuil in het bos niets aantrekken.
Nog moeilijker wordt het als goedbedoelende buitenstaanders op je in gaan praten door te stellen dat het dilemma waarvoor je je als principiële trouwambtenaar gesteld ziet, helemaal niet bestaat. Dat je er privé zo over denkt, is je goed recht, zo wordt dan gezegd, maar als ambtenaar sta je in dienst van de wet, van de overheid, van het publieke domein, of welk woord men daarvoor ook heeft. Dat moet je los zien van je particuliere opvattingen en principes.
Bijna onmogelijk lijkt het mij te worden als anderen je de voorbeelden voorhouden van prominente personen uit de strengchristelijke wereld of uit de gereformeerde gezindte die er openlijk voor uitkomen dat zij zaken ambtshalve verrichten die zij privé nooit zouden doen. Als die en die dat publiekelijk uiten en daar ook naar handelen, moet jij het dan beter weten dan zij? Op deze wijze wordt je in de hoek van eigenwijsheid, kortzichtigheid en excentriciteit gezet. Het zou mij niets verbazen als de weinige principiële trouwambtenaren die ons land nog telt, het er knap moeilijk mee hebben. Een reden te meer voor allen die in dezelfde lijn denken, om met hen mee te leven.
Grens
De campagne tegen principiële trouwambtenaren doet de vraag rijzen: Wanneer is de grens bereikt, of liever: Wanneer is de grens overschreden? Met grens bedoel ik dan de lijn die godsdienstvrijheid van vervolging scheidt. Als men in naam van de antidiscriminatie zo intolerant is, valt te vrezen dat dit het begin van een ontwikkeling is. Zelfs al zou men de roep om het verbod van zulke ambtenaren niet als vervolging willen aanmerken, dan kan men niet ontkennen dat de heftigheid waarmee een en ander geschiedt, weinig goeds voor de toekomst voorspelt.
Wordt het niet tijd dat reformatorische christenen zich gaan voorbereiden op een maatschappelijke situatie waarin zij, als zij geloof niet laten wegdringen tot het terrein van het privéleven, tegengewerkt en zelfs niet meer gedoogd worden? Het is een historisch gegeven dat mensen aan de vooravond van desastreuze gebeurtenissen daar niet aan willen denken. Psychologisch geheel verklaarbaar, maar religieus uiterst laakbaar, omdat Christus Zijn kerk heeft opgeroepen tot waakzaamheid en tot bereidheid om rekenschap af te leggen.
Boycot
Recent is in deze krant een advies aan principiële trouwambtenaren gegeven. In mijn ogen is dat een onmogelijk advies. Ik vind ook dat men in dezen die ambtenaren niet meer moet belasten dan nu al het geval is.
Mijn advies gaat daarom richting de trouwparen. Naar mijn mening zouden zij wel eens een belangrijke praktische rol in deze kwestie kunnen vervullen. Zij zouden bij de gemeente aan moeten geven dat zij getrouwd willen worden door een principiële trouwambtenaar.
In gemeenten waar die is, zullen zulke verzoeken een versterking van de positie van de desbetreffende ambtenaar betekenen alsmede een signaal naar de gemeente dat deze zo’n ambtenaar moet behouden. In gemeenten waar geen principiële trouwambtenaar is, zal gezegd worden dat de gemeente niet aan dat verzoek zal kunnen voldoen. Wat dan? In dat geval zou zo’n trouwpaar het lef moeten hebben om aan te geven dat het zich gediscrimineerd voelt en dat het om die reden zal uitwijken naar een gemeente waar het niet gediscrimineerd wordt. Op grond van een tamelijk recente ervaring weet ik dat een gemeente niet blij is met trouwparen die de eigen gemeente voorbij dreigen te gaan.
De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Nederhemert en bijzonder hoogleraar vanwege de Hersteld Hervormde Kerk aan de VU te Amsterdam.
Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.