Buitenland

Diplomatie over EU-verdrag op stoom

BRUSSEL - De diplomatie over een nieuw EU-verdrag begint op stoom te komen. Nederland doet volop mee aan dat proces. Het kabinet probeert steun te verwerven voor zijn ideeën over een alternatief voor de weggestemde grondwet. Het vindt in ieder geval de Britten aan zijn zijde.

A. A. C. de Rooij
20 April 2007 10:00Gewijzigd op 14 November 2020 04:42

Een bezoekje zus en een ontmoeting zo, het hoort er allemaal bij in deze fase. In de resterende twee maanden tot de top van 21 en 22 juni zullen er steeds meer activiteiten in dit opzicht ontplooid worden. Regeringen beseffen dat ze nu hun slag moeten slaan door vrienden te maken en coalities te smeden, want samen sta je sterk en anders loop je straks achter de feiten aan.De ploeg van premier Balkenende heeft in maart in een brief aan de Tweede Kamer de stellingname neergelegd voor de nadere verdragsonderhandelingen binnen de Unie en is nu op pad om medestanders te winnen voor zijn insteek. Staatssecretaris Timmermans voor Europese Zaken was recent onder meer in Londen, Madrid, Warschau en Berlijn. In eerstgenoemde hoofdstad had hij gezelschap van de minister-president, wat het belang onderstreepte van een goede coördinatie met een grote lidstaat.

Europa zal zo langzamerhand de positie van Nederland in het overleg wel kennen. Den Haag zet hoog in en gaat voor een eindresultaat dat drastisch verschilt van het verworpen concept. Het moet gezegd worden dat het nee van de kiezer bij het referendum in 2005 zwaar telt. De betrokken bewindspersonen hameren erop dat het zoeken naar een uitweg uit de impasse niet mag uitmonden in alleen wat cosmetische ingrepen. Er is meer nodig: weg van de grondwet, niet richting een superstaat en op nationaal niveau alles regelen wat zich daartoe leent, verkondigen zij aan een ieder die het horen wil.

Kortgeleden zei Timmermans in het Europees Parlement dat hij niet doet aan blokvorming, maar ondertussen raakt Nederland bedoeld of onbedoeld wel verzeild in het kamp van de eurosceptici, eurocritici, of hoe ze ook mogen heten. Dat bleek deze week uit de positieve contacten met het Verenigd Koninkrijk en Polen, twee partners die zeker niet tot de enthousiaste voorstanders van een verdieping van de integratie behoren.

Balkenende en zijn Britse collega Blair, die trouwens van de zomer van het politieke toneel verdwijnt, zijn het er roerend over eens dat er niet een volledig nieuwe basis onder de EU moet worden aangebracht. Een aanpassing van het thans geldende Verdrag van Nice, erop gericht dat de Unie na de uitbreiding tot 27 leden soepel kan blijven functioneren, achten zij voldoende.

Geen grote ambities of ideologische vergezichten, enkel een verbetering van de spelregels. In dat verband viel de aanduiding amenderingsverdrag. Dan hoef je in hun ogen geen referendum uit te schrijven en riskeer je dus niet een afwijzend oordeel van de burger.

Polen deelt het verzet tegen de ontwerpconstitutie, maar haalt, anders dan Den Haag en Londen, daarbij ook het akkoord over de stemverhoudingen tussen de lidstaten overhoop. Het boet straks ten opzichte van Nice in aan invloed en de gebroeders Kaczynski, president en premier van de vroegere Oostbloknatie, grijpen de gelegenheid aan om daar nog eens een stevig robbertje over te vechten.

Al met al begint zich structuur af te tekenen in het debat. Globaal zijn er twee groepen. De ene, met het Verenigd Koninkrijk en Nederland, streeft naar een simpele, afgeslankte tekst. De andere omvat de landen die eropaan koersen juist zo veel mogelijk van de oude plannen te handhaven. De benaming zal wel sneuvelen -daarmee lijken de meeste partijen zich te hebben verzoend- maar aan de inhoud mag in hun benadering niet wezenlijk worden getornd. De achttien lidstaten die de grondwet hebben geratificeerd, opperden tijdens hun onderonsje in januari een oplossing eerder te zoeken in het verder optuigen dan in het uitkleden van het gestrande document.

Ondertussen is het wachten op de afloop van de presidentsverkiezingen in Frankrijk. Dat land behoort nu eenmaal tot de toonaangevende spelers. Nederland zal waarschijnlijk het best zaken kunnen doen met Sarkozy. Die bepleit immers een miniverdrag. Zijn rivale Royal opteert er daarentegen voor om met aanvullende verklaringen, die bijvoorbeeld het voortbestaan van de sociale verworvenheden waarborgen, veel van het door de bevolking verworpen voorstel intact te laten.

Aan bondskanselier Merkel de taak om als EU-voorzitter een compromis te bereiken. Zij poogt tijdens de top niet enkel een routekaart op te stellen voor het vervolgtraject, maar tevens, zo bevestigde haar woordvoerder deze week, afspraken te maken over inhoudelijke kwesties: hoe gaat het verdrag eruit zien, welke aspecten komen erin aan de orde en over welke onderwerpen wordt wel en niet heronderhandeld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer