De islam is in wezen een vreedzame godsdienst. Die boodschap zet de islamitische denker Omar Nahas (Damascus, 1964) centraal in zijn boek ”De andere jihad”. Het werk werd donderdag in de Utrechtse Domkerk overhandigd aan CDA-Kamerlid Sterk.De Syrische Nahas, academisch directeur van een Amerikaans-Europees uitwisselingsprogramma over de islam en de westerse samenleving en woonachtig in Antwerpen, heeft zelf een lange weg moeten gaan voordat hij de kern van de islam als vreedzaam kon betitelen. Die weg beschrijft hij in zijn boek, waarin hij meermalen een gevoel van vervreemding uitspreekt omdat hij, in tegenstelling tot de meeste moslims om hem heen, veel geloofszaken leerde relativeren.

Eenzelfde weg raadt hij moslimjongeren aan, om hen voor een gewapende jihad te behoeden. Daarbij gebruikt hij een stappenplan waarmee jongeren zelf aan de slag moeten. „Natuurlijk mag je gerust iets aan de imam vragen, maar durf vooral ook zelf te denken”, is de boodschap van Nahas.

Zelf denken leidt binnen de islam toch niet altijd tot een boodschap van vrede? Mohammed B. ging ook zelf aan de slag.

Nahas: „Dat is waar, maar hij isoleerde zich. Als hij zich ook had ingelaten met zijn niet-islamitische omgeving, was hij veel dingen misschien wel gaan relativeren. In mijn boek pleit ik juist voor communicatie met de omgeving. Jongeren moeten zaken leren relativeren.”

Nahas toont zich in het boek een meester in het relativeren van onder moslims breed gedeelde opvattingen. „Bekering, dawah, zien veel moslims als een belangrijke taak. Alle mensen moeten moslim zijn, en ik moet ze naar de moskee brengen, is dan de gedachte. Maar je kunt het ook zien als informatie verstrekken over de islam. Dan kunnen mensen zelf weten wat ze ermee doen.”

CDA’er Sterk toonde zich donderdag verheugd met het boek. Ze pleitte voor opname in lespakketten en voor beschikbaarstelling aan vmbo-scholen. „Toch zal het nog een hele opgave zijn om het daar te krijgen waar het hoort: bij de jongeren. Maar die inspanning is de moeite waard.”