De Rijksrecherche heeft Broertjes en Hoedeman gevraagd de bronnen te noemen van staatsgeheime informatie waarover zij beschikken. Beiden beriepen zich op het verschoningsrecht.Minister Kamp (Defensie) deed kort na de publicaties (vanaf 17 november 2006) wegens lekken van staatsgeheimen aangifte tegen militairen die de Volkskrant informatie zouden hebben gegeven. De bewindsman vindt dat de integriteit van de overheid in het geding is.

Broertjes werd al op 5 april gehoord. „Het gesprek duurde een half uur. Op de meeste vragen heb ik niet geantwoord. Wel heb ik uitgelegd waarom ik in een radio–interview de naam van Neisingh als een bron heb genoemd, terwijl we in de krant ’Generaal X’ bleven hanteren. Dit had te maken met het feit dat onze integriteit als krant ter discussie stond omdat hij zichzelf als bron bekend had gemaakt”, zegt Broertjes in De Journalist.

Hoedeman is 17 april gedurende anderhalf uur gehoord. „Ik heb nul bronnen genoemd”, aldus de journalist. Opmerkelijk vond hij wel dat hij tijdens het verhoor met een mail (van 10 februari 2007) van ‘Generaal X’ aan directeur voorlichting Joop Veen van Defensie werd geconfronteerd. Vooral omdat hierin mailverkeer tussen ‘X’ en Hoedeman van 9 februari 2007 was bijgevoegd. „Ik vraag me af hoe een mail gericht aan Veen bij de Rijksrecherche terecht kan komen”.

Gevraagd om een reactie zei directeur Veen donderdag „niet op vragen over het onderzoek van de Rijksrecherche te kunnen ingaan, zolang het onderzoek loopt”.