Zorgen over vrijheid van meningsuiting
AMSTERDAM - Vier op de tien Nederlanders vinden dat je in ons land niet altijd voor je mening kunt uitkomen. Het gaat dan om onderwerpen zoals de multiculturele samenleving.
Dat komt naar voren uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2007, dat donderdag is gepresenteerd. Het onderzoek, waarvoor ditmaal ruim duizend Nederlanders zijn ondervraagd, wordt jaarlijks gehouden in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 Mei.Het debat rond vreemdelingen is „kennelijk zo gepolariseerd, dat men het gevoel heeft niet altijd te kunnen zeggen wat men wil”, aldus het rapport.
Opvallend is dat Nederlanders meer dan vijf jaar geleden waarde hechten aan de vrijheid van godsdienst. In 2002 schaarde 14 procent van de ondervraagden vrijheid van godsdienst onder de belangrijkste grondrechten, nu is dat een derde.
Burgers zijn bang voor extremistische groeperingen. Bijna 80 procent van de bevolking denkt dat er in Nederland groepen opereren die de rechtsstaat bedreigen. Vooral „fundamentalisten, extremisten en geloofsfanatici” worden genoemd, door 44 procent. Elf procent noemt de Hofstadgroep en terroristen. Frappant is dat ook 5 procent ”politieke partijen, waaronder de PVV van Wilders” gevaarlijk achten. In de rij komen ook de Hells Angels voor (2 procent).
Burgers nemen privacybeperkingen voor lief als die de veiligheid dienen. Het gaat dan bijvoorbeeld om camera’s op straat en het afluisteren van telefoonverkeer. Van de ondervraagden gaat 94 procent akkoord met camera’s in openbare ruimten. Ook heeft 84 procent geen problemen met de identificatieplicht en preventief fouilleren. Driekwart vindt het afnemen van ieders DNA aanvaardbaar. Over het afluisteren van alle telefoonverkeer in de strijd tegen terreur is verdeeldheid. Precies de helft vindt dit aanvaardbaar.
„Mensen vinden de inbreuk op de privacy groot, maar opvallend is dat ze geen van deze maatregelen onaanvaardbaar vinden. Dit wijst op een groot vertrouwen in de wijze waarop de overheid omgaat met persoonsgegevens”, aldus het rapport
Nederlanders maken zich internationaal gezien het meest zorgen over terreur, het klimaat en oorlog. Ter bevordering van de wereldvrede benadrukken burgers het belang van het bevorderen van democratie en de bestrijding van dictaturen.
Burgers worstelen met de Nederlandse militaire inbreng in crisisgebieden in het buitenland. Een ruime meerderheid (79 procent) vindt dat Nederlandse militairen de helpende hand moeten bieden als er sprake is van volkerenmoord. Wel denkt bijna de helft van de bevolking dat militair ingrijpen in het buitenland onverantwoord of te risicovol is, onder meer in verband met de kans op aanslagen in eigen land.
Vanmiddag ging minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken met leerlingen van het ROC Midden-Nederland in gesprek over de resultaten van het onderzoek.