Topman Essent rekent op „happy end” fusie
DEN BOSCH - Essenttopman Michiel Boersma gaat ervan uit dat de fusie met Nuon een „happy end” krijgt, ondanks de recente politieke druk om de energiebedrijven op te splitsen. „Maar als de aandeelhouders eerst willen splitsen, dan komt die fusie er nooit meer”, zei hij woensdag op de aandeelhoudersvergadering.
De bestuursvoorzitter van Essent verwacht dat de publieke grootaandeelhouders dan hun aandeel in het afgesplitste commerciële bedrijf verkopen en het netwerkdeel behouden.Enkele aandeelhouders van Essent, waaronder de provincie Noord-Brabant, tonen zich huiverig voor de fusie. De Brabantse gedeputeerde Onno Hoes benadrukt dat Essent zich voorlopig niet aan buitenlandse allianties moet wagen. „De belangen van de Essentafnemers moeten voorop staan. Daar waar deze bedreigd worden door buitenlandse activiteiten die niet wij, maar anderen vooropstellen, moeten we dat voorkomen.” Daarmee doelt hij op enkele Nuonaandeelhouders.
Noord-Brabant, goed voor een belang van 31 procent in Essent, wil dat het integrale energiebedrijf gehandhaafd blijft. „Dat is de beste zekerheid voor een duurzame en betaalbare energielevering”, zei Hoes. De energiebedrijven spreken hierover „zeer binnenkort” met de minister, zei Boersma. „Onder alle scenario’s is deze fusie het beste.” De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) studeert de komende maanden op de fusie. Essent en Nuon rekenen erop dat het samengaan nog dit jaar beklonken wordt.
Minister Van der Hoeven van Economische Zaken beloofde de Tweede Kamer begin april opeens dat ze snel met een besluit over de splitsing zal komen. De Tweede Kamer stemde vorig jaar nog voor een splitsing van de energiebedrijven, maar de Eerste Kamer besloot vervolgens anders. De energiebedrijven zouden alleen gedwongen worden tot opsplitsing als ze het netwerkbedrijf in gevaar brengen. Dat gevaar zou kunnen ontstaan door buitenlandse activiteiten en door internationale allianties.
Essent verlaagt net als concurrent Nuon in juli de leveringstarieven. Bij Essent komt dat neer op een prijsverlaging voor gas met 10 procent en die voor stroom met 4 procent. Dat scheelt een gemiddeld huishouden jaarlijks 85 euro, aldus Boersma.