De rechtbank in Amsterdam sprak Vink in januari vrij van hulp bij zelfdoding. Het OM had een deels voorwaardelijke celstraf tegen de man geëist. Volgens het OM had Vink een 54-jarige vrouw uit Amsterdam actief geholpen bij haar zelfdoding. Vink is verbonden aan De Einder, een stichting die mensen ondersteunt die kiezen voor zelfdoding.De zaak draaide om de soms dunne scheidslijn tussen straffeloze hulp bij zelfdoding en strafbare hulp. Straffeloos helpen kan door middel van gesprekken, het verstrekken van informatie en het verlenen van morele steun. De hulp wordt strafbaar als er sprake is van initiatieven, regie of sturing van de kant van de hulpverlener. Anker heeft tijdens het proces tegen Vink betoogd dat daarvan in dit geval geen sprake is geweest. Vink heeft de vrouw alleen van informatie voorzien.

Het OM was van mening dat Vink de vrouw (strafbare) instructies heeft gegeven over de hoeveelheid medicijnen die zij kon innemen om zichzelf het leven te benemen. De rechtbank constateerde dat de vrouw in een briefwisseling met Vink heeft aangegeven hoeveel en welke medicijnen zij in huis had, hetgeen in het voordeel van de beklaagde pleitte.

Met het intrekken van het hoger beroep door het OM is de vrijspraak definitief geworden. Raadsman Anker is daar verheugd over. „Het is nu duidelijk dat derden straffeloos aanwezig kunnen zijn en morele steun mogen verlenen", aldus de raadsman.

In min of meer vergelijkbare zaken werden eerder twee consulenten van De Einder door de rechter wel strafbaar bevonden en veroordeeld tot celstraffen.