Internationale graanhandel is weerbarstig
RAAMSDONKSVEER - Extreme droogte, inconsequent subsidiebeleid en door speculanten op en neer gedreven koersen op de goederenbeurs in Chicago. „De wereld van de internationale graanhandel is continu in beweging”, stelt graanmakelaar L. B. Plaisier. „Bovendien spelen er ethische vraagstukken op nu graansoorten op grote schaal gebruikt worden als alternatieve brandstof.”
Plaisier werkt een kwarteeuw in de graanhandel en kent het metier letterlijk van haver tot gort. Samen met twee compagnons runt hij het kantoor Allgrain Brokers in het Noord-Brabantse Raamsdonksveer.Om een bestemming te vinden voor de geoogste rogge, gerst en mais knoopt de Ridderkerker handelsrelaties aan tot in alle uithoeken van de wereld. Tarweverkopers uit de Oekraïne koppelt hij aan afnemers in Spanje, de Schotse whisky-industrie distilleert alcohol uit via hem geleverde mais uit Frankrijk. „Maar onze hoofdactiviteit is het leveren van diverse graansoorten aan Nederlandse mengvoederfabrikanten.”
Plaisier spreekt van een „boeiend vak.” Behalve door vraag en aanbod fluctueren prijzen van tarwe en gerst door tal van onbeheersbare factoren. „Ten gerieve van onze klanten wereldwijd schrijven wij regelmatig marktanalyses met bijbehorende verwachtingen van de prijsontwikkelingen. Er zijn zo veel elementen van invloed op de koersontwikkeling, dat het voor de meeste participanten onmogelijk is alles goed te beoordelen.”
Plaisier doelt op de beweeglijke wisselkoersverhoudingen en de gevolgen van uitzonderlijke gunstige of ongunstige groeiomstandigheden in de verschillende graanproducerende werelddelen. „Je kunt ook denken aan sterk veranderende vraagpatronen door de groeiende wereldbevolking, of door aangepaste eetgewoonten als gevolg van toenemende welvaart in Rusland en Azië.”
Ook wisselende marktmechanismen als gevolg van EU-beleid maken de internationale graanhandel complex, meent Plaisier. „Toen ik mijn eerste stappen zette in het vak, kende de EU een marktsysteem dat zwaar productiestimulerend was. Hoge garantieprijzen gingen gepaard met het optrekken van een hoge tolmuur om importen van goedkope granen van buiten de Europese Unie te voorkomen.”
Het gevolg daarvan was dat granen een vrij dure grondstof vormden voor de productie van mengvoer, waardoor veel mengvoederfabrikanten in Nederland overstapten op graanvervangende artikelen, die met zeeschepen via de Rotterdamse haven werden geïmporteerd. „Restproducten van de maiszetmeel- en de citrusindustrie, alsmede sojaschroot, bleken naast tapioca -een wortelproduct met een hoog zetmeelgehalte- bruikbare en goedkope alternatieven.”
Als gevolg hiervan hoopten de tarwe-, rogge- en maisvoorraden zich op in de Europese graanschuren. Om van deze gigantische graanbergen af te komen, stelde Brussel hoge exportsubsidies in het vooruitzicht. „Behalve dat de landbouwbegroting uit haar voegen scheurde, klonken er elders in de wereld protestgeluiden tegen de royale exportsubsidie. Pas nadat de EU de gegarandeerde minimumprijzen in etappes terugschroefde, kon graan voor het gebruik in mengvoer weer concurreren met de vervangende producten.”
Het maken van productie- en prijsvoorspellingen is door klimatologische omstandigheden zoiets als speculeren op de beurs, schetst Plaisier. „Door extreme droogte in diverse werelddelen, liep de tarweoogst vorig seizoen fors terug. In Australië kwam er slechts een kleine 10 miljoen ton tarwe van het land, nog niet de helft vergeleken met andere jaren. Ook in de EU, India, Rusland en Noord- en Zuid-Amerika bleef de tarweoogst ver achter. De prijzen liepen hierdoor fors op. Gelukkig zien de productievooruitzichten voor dit jaar er weer gunstiger uit.”
Een andere ontwikkeling die graanhandelaren met argusogen volgen, is het gebruik van graansoorten als alternatieve brandstof, om minder afhankelijk te zijn van ruwe olie. Bio-ethanol, een bijmengsel van autobrandstof, wordt voornamelijk geproduceerd uit rietsuiker en granen. Plaisier: „In de Verenigde Staten zal het maisgebruik voor de ethanolproductie in rap tempo oplopen van 50 naar 90 miljoen ton per jaar, een derde van de totale maisoogst daar. Analisten voorspellen zelfs dat in de toekomst de helft van de maisoogst in autotanks verdwijnt.”
De Europese Unie wil dat uiterlijk in 2010 een behoorlijk percentage ethanol bij benzine wordt gevoegd en ziet tarwe daarvoor als belangrijkste grondstof.
Plaisier: „Je kunt je afvragen of het ethisch verantwoord is om voor mens en dier geschikte voedingsmiddelen te gebruiken voor biobrandstof. Prijsverhogingen zijn het gevolg en bij een slechte oogst in een bepaald jaar ergens in de wereld zou er zelfs op grote schaal voedselschaarste kunnen ontstaan. Zo ontstond in Mexico een heus volksprotest tegen de sterke prijsstijging van tortilla’s, volksvoedsel nummer één en gemaakt van mais. Dezelfde ethische vraag geldt overigens voor het kappen van tropisch regenwoud dat plaatsmaakt voor het verbouwen van grondstoffen voor alternatieve energie.”
Volgens Plaisier zijn de meeste landen vastbesloten de productie van ethanol, en de verplichte bijmenging daarvan in benzine, door te zetten. „Terwijl de economische voorwaarden daarvoor -hoge olieprijs en relatief lage grondstoffenprijzen- sinds het begin van deze ontwikkeling behoorlijk zijn verslechterd.”