Ik wil arbeiden om deze leer nog nader en klaarder uit te breiden en te bevestigen, opdat eenieder naakt en duidelijk de waarheid hiervan mag zien. Ik wil beginnen met hen die eerst genade hebben ontvangen om van de zonde bevrijd te zijn. Daar zijn dan Adam en Eva. Voor en aleer dat God hun barmhartig was, heeft Hij hun hun ellende doen gevoelen. Hij deed hen schrikken voor Zijn stem, zoals blijkt uit hun vlucht en verberging voor het aangezicht des Heeren. Daarna dagvaardt en overtuigt Hij hen en bevestigt Hij het vonnis over de slang, voordat Hij hun de Heere Christus belooft, of enige genade door Hem.Dit wordt ook afgebeeld in de handelingen van God met de kinderen Israëls. Hij wilde hen verlossen uit Egypte. Hij maakte hun eerst de slavernij zwaar, zodat zij daaronder zuchtten, weenden en kermden, aleer God hen verloste. Toen de tijd van hun verlossing naderde, verwekte de Heere een koning die Jozef niet gekend had en die hun verdrukking verzwaarde, zodat hun zuchten en kermen opklom tot God.

Arthur Hildersham, predikant in Leicester (”Twee Godvruchtighe Meditatiën”, 1669)