Verwoerd ziet taak in eigen land ten einde
„In Nederland lijkt de taak voor ons afgesneden!” bericht H. J. Verwoerd in het deze week verschenen blad van het comité ”Het Profetisch Woord”. Hij voegt eraan toe: „In Israël worden we door God geroepen!”
In de rubriek ”Het spreken des Heeren” schrijft Verwoerd (81) over „het herstel van Israël.” Hij vertelt over een droom in de nacht van 21 mei: „Al de mensen uit heel Nederland kwamen in één heel grote kerk samen. Midden in deze kerk was een open ruimte, en daar stond een hoge stoel, waar ik door de mensen op werd gezet. Toen werd er een proclamatie voorgelezen, dat er niemand van de kerk in Nederland met mij meer van doen wilde hebben. Alle gemeenschap werd afgesneden. Verwoerd was een man, die niet meer bij de kerk behoorde.”
Dit is, vervolgt Verwoerd, „zeker een droom die profetisch is.” En hij concludeert: „We voelen wel aan, geliefden! dat het er voor Nederland niet best uitziet: het is om bang van te worden.”
Bij de duiding van zijn droom werd de ”profeet uit Driebruggen” bemoedigd door een gesprek met rabbijn Van der Kamp. „Hij zei mij wat mij nog te wachten staat, net als Mozes.” Verwoerd schrijft verder dat „iedere morgen bij het opstaan enkele regels uit Psalm 106 in mij klinken” en dat hij onlangs „zwaar beledigd” is door iemand die hem zei dat zijn roeping ingebeeld is en dat hij mensen bedriegt. „Toen ik de volgende dag mijn morgengebed deed, sprak God tot Mij met de woorden uit Psalm 121:2, Hij, Israëls Wachter, sluimert niet.”
Verwoerd trekt hieruit de conclusie dat „God wil dat we naar Israël gaan, en daar zal Hij ons werk rijkelijk zegenen.” De vele beloften voor Israël, aldus Verwoerd, „wachten op vervulling. En ook de vele beloften voor mij. Het heeft er alles van weg dat ze samengebundeld in Israël vervuld worden. Onze roeping en Boodschap, en het heil voor Israël, blijkt nu bij God maar één zaak te zijn.”
Verwoerd zegt desgevraagd niet concreter op het geschrevene in te willen gaan. „Mijn droom en uitleg zijn helder.”