Zolang er geen duidelijkheid is, heeft het volgens FNV-voorzitter Agnes Jongerius weinig zin om met werkgevers tijdens de zogenoemde participatietop te gaan praten om meer mensen aan een baan te helpen.Dat zei Jongerius maandag na afloop van een bijeenkomst bij het CWI-kantoor in het Amsterdamse Bos en Lommer. Volgens haar is onduidelijk waar en hoeveel het kabinet zelf wil investeren. Ondertussen is zij ongerust over de ingeboekte bezuinigingen in het regeerakkoord van 190 miljoen euro op de bemiddeling van werkzoekenden door het voormalige Arbeidsbureau, UWV en gemeenten.

Jongerius benadrukt dat zij er grote waarde aan hecht om met het kabinet en werkgevers afspraken te maken tijdens het topoverleg dat nog voor de zomer moet plaatshebben. „Maar als we afspreken dat er meer banen moeten komen voor bijvoorbeeld oudere werklozen en mensen met gezondheidsproblemen, dan is het toch wel jammer als de dienstverlening ontbreekt om vacatures en werkzoekenden bij elkaar te brengen.”

In Bos en Lommer gaf de FNV het startsein gaf voor de tweejaarlijkse Wachtkamerenquête van de vakcentrale over de hulp aan werkzoekenden. Daar werd volgens Jongerius duidelijk dat door de aantrekkende economie weliswaar minder mensen een beroep doen op CWI, UWV en sociale diensten, maar dat personen die nu nog afhankelijk zijn van een uitkering wel extra hulp nodig hebben bij het vinden van een baan.

Er is volgens de FNV-voorzitter meer behoefte aan maatwerk en een-op-eenbegeleiding om mensen vanuit de WW, WAO/WIA en bijstand aan werk te helpen. „Dat kost menskracht en dat kost geld.” Maar met de geplande bezuinigingen betwijfelt Jongerius of uitvoerende instanties wel voldoende capaciteit hebben om het doel van de participatietop waar te maken.

De vakbeweging heeft eind vorig jaar al met werkgevers afgesproken dat over achttien jaar 80 procent van de beroepsbevolking betaald werk moet hebben. Nu is dat nog 72 procent.