De boer op met 100.000 Unoxrookworsten
CALLANTSOOG - De mannen achter Winstpallet maken er geen geheim van: supermarktondernemers zijn goed af met de restpartijen die zij aanbieden. „Wij vergroten hun marges aanzienlijk.” De boer op met 100.000 Unoxrookworsten. Ten minste houdbaar tot half mei 2007.
Jaap van Vuure (31 jaar) kan een stuk verfrommeld plakband niet laten liggen als hij door zijn Albert Heijn loopt. „Ik stoor me mateloos aan rommel op de winkelvloer.” Op zijn zeventiende verruilt hij de schoolbanken voor een baan in de kruidenierswereld. Zes jaar later koopt hij de supermarkt van zijn baas in Callantsoog. De winkel in het minieme dorp draait voornamelijk op toeristen. Die komen zodra de temperatuur boven de 10 graden uitkomt massaal naar de Noord-Hollandse kuststreek.Een supermarkt van Albert Heijn is als een oceaanschip, weet Van Vuure. „De koers staat vast, zo nu en dan een tikkie tegen het roer, en dat is het dan wel.” Het overgrote deel van het assortiment wordt voorgeschreven vanuit het AH-hoofdkantoor. Over verse groente en fruit en dito vlees en zuivel bijvoorbeeld is geen enkele discussie mogelijk. „Albert Heijn wil grip houden op zijn kwaliteitsimago. Dat kan ik heel goed snappen.”
Als franchiseondernemer mag Van Vuure voor zijn winkel echter een beperkt deel van de schapruimte zelf invullen. „In onze markt zijn de winstmarges laag, dus kocht ik wel eens een partij artikelen in waarmee een fabrikant geen raad wist, bijvoorbeeld omdat de houdbaarheidsdatum bijna was verstreken.”
Die partijen -onder meer chocola, frisdrank en sauzen- kregen op den duur een dusdanige omvang, dat er in de Albert Heijn in Callantsoog geen ruimte voor was. „Dus verkocht ik die handel door aan collega-supermarktondernemers.” De basis voor wat 2,5 jaar geleden onder de naam Winstpallet van start ging, was gelegd.
Dat bedrijf runt Van Vuure met een vriend, Maarten Muller (30). Winstpallet is geen oceaanstomer, eerder een zeilschip waarop snel reageren van groot belang is. Van Vuure doet de inkoop. „Als supermarktmens weet ik wat aantrekkelijke handel is. Saus voor asperges bijvoorbeeld moet je nu hebben, die is later in het jaar veel minder interessant.”
Vier van de vijf aangeboden restpartijen laat hij aan zich voorbijgaan. „Wat onverkoopbaar is, hoeven wij ook niet te hebben.” Op de gelijknamige website staan onder meer koekjes voor 0,60 euro per pak en zakjes snoep voor een kwartje per stuk.
Muller gaat de boer op met de handel die zijn compagnon inkoopt. Hij denkt dit jaar „met gemak” 5000 pallets weg te zetten. Want dat is de formule: alles in het groot. Orders met een omvang van minder dan een halve pallet komen niet voor.
„Wij doen business to business”, vertelt Muller. Ooit verkocht hij drie pallets waspoeder aan een particulier. „Die struinde er z’n buurt mee af. Leuk, maar dat is onze doelgroep niet.” Zelfstandige kruideniers moet hij hebben. „Die zijn er genoeg in Nederland, en ze zijn nog belangstellend ook.” De prijzenoorlog die er al twee jaar woedt, legt een onderneming als Winstpallet geen windeieren. „Een supermarktmanager die een kratje Heineken 30 procent onder de inkoopprijs moet aanbieden, wordt daar niet vrolijk van.”
Winstpallet staat voor stevige marges, verzekeren de twee directieleden. „Vijf tot 35 procent is mogelijk, en dan nóg is de winkelprijs aantrekkelijk voor de consument.” De kwaliteit van de aangeboden waar is gegarandeerd. Muller: „De tijd om de producten te kunnen verkopen is meestal korter dan gebruikelijk. Maar de 100.000 Unoxworsten die we recent inkochten, zijn tot half mei van een prima kwaliteit, niet te onderscheiden van de andere Unoxproducten. Dat zou een producent ook nooit willen.”
Fabrikanten van A-merken zijn niet trots op het feit dat ze met restpartijen zitten. Muller: „Daar praten ze liever niet over. Maar ze moeten wel van die spullen af.” Een drukfoutje op de verpakking kan al reden zijn dat het reguliere kanaal de goederen niet meer wil hebben. „Vorig jaar was het eerste deel van de zomer loeiheet, daarna was het over met het mooie weer. Coca-Cola had daardoor plotseling te veel frisdrank op voorraad. Daar weten wij vervolgens wel raad mee.”
Vanuit een opslagloods in Zwaag distribueert Winstpallet de goederen naar de supermarkten. „Transport besteden we uit.” Drie medewerkers op kantoor ondersteunen de twee directieleden. Naar één of twee nieuwe vertegenwoordigers wordt op dit moment gezocht. „We kunnen nog voldoende groeien in Nederland. Helaas is commercieel talent schaars.”
En dan? België? Duitsland? Van Vuure heeft in zijn Albert Heijn in Callantsoog genoeg ervaring opgedaan met de oosterburen. „Wat wij met Winstpallet in Nederland doen, zou ook in het buitenland moeten kunnen. Maar als je klein begint en succesvol bent, is er altijd het gevaar van groeistuipen. Die willen we graag voorkomen.”