Vechten voor vliegveld Valkenburg
KATWIJK - Als bemanningslid van een marinevliegtuig maakte Gerhard de Bruyn (78) talloze malen een succesvolle start vanaf voormalig vliegveld Valkenburg bij Katwijk. Zijn grote wens, een museum over het vliegkamp, wil echter maar niet van de grond komen.
Over een smal klinkerweggetje, langs een onverhard pad en tussen twee bomen door manoeuvreert De Bruyn zijn auto. De voormalige longroom voor onderofficieren bij vliegveld Valkenburg is lastig te bereiken. De oud-marineman loopt aan de achterkant het vervallen pand langs en komt zo bij de deur waarachter zijn uitgebreide verzameling marinespullen ligt.Binnen is het schemerig. Overal hangen platen van marinevliegtuigen aan de muur. Boven de bar prijkt een groot bord met daarop ”MVKV Historie”. De letters zijn een afkorting van MarineVliegKamp Valkenburg. Tot een paar jaar terug zaten onderofficieren hier knus rond het haardvuur.
Die gezelligheid wil De Bruyn terugbrengen in een museum in een van de dertig overgebleven gebouwen van het vliegkamp. Het museum moet niet alleen plaats bieden aan de honderden foto’s, schilderijen, wapenschildjes en schaalmodellen die De Bruyn in de loop der jaren heeft verzameld, het moet ook een ontmoetingsplaats worden voor oud-marinemensen die op Valkenburg dienden.
Van 2004 tot begin vorig jaar had De Bruyn een dergelijke plek in barak B3 langs de Wassenaarseweg. Hij huurde deze voormalig slaapzaal van het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland om er spullen in op te slaan en knapte het helemaal op. Volgens De Bruyn kwamen er, zonder dat hij er reclame voor maakte, marinemensen uit het hele land naar zijn verzameling kijken. Het waterbedrijf was echter van plan de barakken aan de westzijde van de weg naar Wassenaar te slopen en wilde daarom niet dat De Bruyn zich permanent in het gebouw vestigde. Twee dagen nadat de opknapbeurt was afgerond, moest De Bruyn eruit. Noodgedwongen verhuisde hij zijn spullen naar de voormalige longroom. Daar wacht hij nu op een nieuwe stek.
Vijf jaar geduld moet De Bruyn zeker nog hebben. In 2012 neemt de gemeente Katwijk het vliegveld en de gebouwen aan de oostkant van de Wassenaarseweg van de Dienst Domeinen over. Tot die tijd beheert de Katwijkse Bouwvereniging (KBV) de barakken. En als De Bruyn daarvan een gebouw wil huren, moet hij gewoon zijn portemonnee trekken, zegt B. Rigthard van de KBV. „Nu huurt De Bruyn de longroom voor een 150 euro per jaar van de Dienst Domeinen. In oktober krijgen wij de gebouwen in beheer en dan zal hij een veelvoud daarvan per maand moeten betalen. Dat kan alleen maar als je zo’n museum professioneel gaat opzetten.”
Heel misschien is er na 2012 wel plaats voor een deel van De Bruyns collectie. Wethouder W. J. van Duijn (Cultuur) wil de oud-marineman duidelijk niet te veel hoop geven. Het college van Katwijk „speelt slechts met de gedachte” dat er na 2012 een natuur- en milieueducatiecentrum (NME) komt in een van de gebouwen, waar ook plaats is voor marinespullen die museale waarde hebben. Van Duijn: „Ik heb de collectie van De Bruyn nooit gezien, maar heb me laten vertellen dat het merendeel vooral emotionele waarde heeft en slechts voor een deel echt interessant is voor een museum. Dat gedeelte zou wellicht in samenwerking met een professionele organisatie zoals Vereniging Oud Valkenburg een plekje kunnen krijgen bij het toekomstige NME-centrum.”
Henk Irmthorn, secretaris van Vereniging Oud Valkenburg, ziet zo’n tentoonstelling wel zitten. „Ons doel is ook die spullen te behouden en de geschiedenis van het vliegveld levend te houden voor het nageslacht. Die spullen zijn echter niet van ons. De Bruyn moet dus zelf het initiatief nemen om met ons samen te werken. Ook zou het goed zijn als hij een vereniging achter zich heeft staan.”
Met dat laatste is De Bruyn volop bezig. Deze week gaat hij naar de notaris om de statuten voor de Vereniging Marinevliegkamp Valkenburg Historie in te dienen. „Ik hoop dat ik daarmee sterker in mijn schoenen sta om snel een museum te beginnen. Want wachten tot 2012, daar voel ik niet veel voor. Met mijn 78 jaar is de kans groot dat ik er dan niet meer ben.”