Iraakse vluchtelingen krijgen weinig aandacht
BAGDAD/DAMASCUS/GENEVE - Zelfmoordaanslagen, beschietingen en ontvoeringen. Berichten over geweld in Irak zijn aan de orde van de dag. Dat er inmiddels bijna 4 miljoen Irakezen van huis en haard zijn verdreven, haalt echter nauwelijks de internationale krantenkoppen.
Sa’ad Hussein, een 34-jarige ingenieur, vluchtte drie maanden geleden naar Syrië omdat hij met de dood werd bedreigd. „Ik werkte voor het Amerikaanse Kellogg, Brown & Root nabij Kut (in het zuiden, red.)”, aldus Hussein onlangs tegen het persbureau IPS. „Toen ik naar Bagdad terugkeerde, vond ik onder mijn deur een briefje met doodsbedreigingen. Ik moest vluchten.”Volgens Hussein is Bagdad een spookstad geworden, waar de sektarische milities in de straten lijsten ophangen met namen van mensen die vogelvrij worden verklaard of ter dood zijn veroordeeld. Vaak zijn het namen van gewone burgers die voor buitenlandse bedrijven werken, of van soldaten van het Iraakse leger die met de Amerikanen samenwerken.
Vier jaar na de val van Saddam Hussein is het land er nog slechter aan toe, zeggen de vluchtelingen in Syrië. Gezondheidszorg en werkgelegenheid zijn er nauwelijks, net als elektriciteit en stromend water. Maar het meeste vrezen ze de aanhoudende onveiligheid.
Ali Hassan (41) vluchtte uit Irak nadat hij zijn broer verloor door het sektarisch geweld. „Ik ben een vluchteling hier, maar ik voel me nog steeds niet veilig, omdat ik nog altijd bang ben van het Mahdileger (van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr, red.)”, zegt hij.
Veel Irakezen verlaten hun huizen niet meer omdat ze bang zijn voor de milities. Abdul Abdulla (68) ontsnapte met zijn familie drie maanden geleden op het nippertje aan het Mahdileger, dat zijn wijk nauwgezet in het oog hield en iedereen oppakte die de wijk wilde verlaten.
„De toestand wordt almaar slechter”, zegt Salim Hamad, die in het vluchtelingenkamp van Yarmuk verblijft. „Het sektarische geweld viert hoogtij en niemand biedt ons bescherming.”
Sa’ad, Ali en Salim zijn slechts enkelen van de naar schatting 3,9 miljoen Irakezen die inmiddels ontheemd zijn geraakt. Velen van hen waren al vóór het uitbreken van de oorlog in 2003 van huis en haard verdreven. Het extreme geweld van de afgelopen vier jaar doet het aantal vluchtelingen echter in snel tempo toenemen. Volgens ramingen van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR verblijven 2 miljoen Irakezen als vluchteling in Syrië, Jordanië en andere landen van het Midden-Oosten. Nog eens 1,9 miljoen zijn op de vlucht in eigen land.
De buurlanden van Irak hebben al herhaaldelijk aangegeven niet meer vluchtelingen te kunnen opnemen. Vooral Jordanië, dat na de eerste Golfoorlog ook al honderdduizenden ontheemden te verwerken kreeg, kan de stroom niet meer aan. Zelfs Egypte heeft inmiddels ruim 100.000 Irakezen binnen zijn grenzen.
Om de groeiende humanitaire crisis het hoofd te bieden, heeft de UNHCR dinsdag en woensdag een internationale conferentie in het VN-hoofdkwartier in Genève belegd. Regeringsvertegenwoordigers uit meer dan zestig landen hebben inmiddels deelname toegezegd, evenals tientallen non-gouvernementele organisaties.
Met de conferentie wil de UNHCR de internationale gemeenschap vooral bewust maken van de humanitaire noden van het Iraakse volk. De VN-organisatie hoopt concrete toezeggingen van landen te krijgen voor donaties om de situatie te verlichten.
Het lenigen van de humanitaire nood staat of valt echter met het indammen van het voortdurende geweld. Zo lang nog dagelijks tientallen Irakezen de dood vinden door zelfmoordaanslagen, zal ook de vluchtelingenstroom naar de buurlanden niet afnemen.
Vorige week nog beweerden de Amerikaanse troepen dat het sektarische geweld in Bagdad met 26 procent was gedaald sinds de invoering van het veiligheidsplan in de hoofdstad in februari. De woordvoerder van de Amerikaanse troepen, generaal William Caldwell, moest echter toegeven dat het geweld in de rest van het land niet is gedaald. De aanslag op het Iraakse parlement van vorige week maakte tevens pijnlijk duidelijk dat de opstandelingen nog steeds ook in de zwaarbewaakte Groene Zone van Bagdad kunnen toeslaan.