Dat blijkt uit een rapportage over de Wet werk en bijstand, die staatssecretaris Aboutaleb (Sociale Zaken) vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.Sinds de invoering van de nieuwe Bijstandswet in 2004 zijn gemeenten financieel verantwoordelijk voor de uitkeringen. Daardoor worden ze geprikkeld om het aantal bijstandsgerechtigden zo laag mogelijk te houden. Het aantal mensen in de bijstand is ook gedaald van 336.000 eind 2003 tot 302.000 eind vorig jaar. Dit is het laagste aantal in 25 jaar.

Maar nu stuiten de gemeenten op een groep die moeilijker aan de slag komt. Dat komt doordat de lokale overheden sinds 2004 zijn begonnen met een strengere selectie aan de poort om de instroom te beperken en eerst vooral de meest kansrijke, vooral jongeren, uit de bijstand hebben geholpen.

Zo daalde de instroom in de bijstand van 110.000 in 2004 naar 99.000 in 2005. Maar tevens daalde de uitstroom met 2 procent tot bijna 105.000. De mensen die in die periode wel werden toegelaten tot de bijstand, blijven gemiddeld ook langer afhankelijk van de uitkering dan voorheen.

Daarentegen is de uitstroom van mensen die in 2005 tussen de twee en vijf jaar in de bijstand zaten wel flink gestegen (11 tot 26 procent). Gemeenten blijken meer te investeren in activering om de doorgaans als minder kansrijk te boek staande groepen te laten uitstromen en zich niet alleen te richten op het „laaghangend fruit.”

In 2005 is het totale aantal bijstandsgerechtigden dat via een zogenoemde re-integratietrajecten hulp krijgt om aan het werk te komen gestegen van 126.000 naar 146.000. De kans om met deze hulp een baan te bemachtigen is toegenomen van 10 procent in 2004 naar 18 procent in 2006.

Verder is het probleem van draaideurklanten wat afgenomen. De afgelopen jaren werd gemeenten onder meer door vakbonden verweten dat ze mensen vooral via tijdelijke baantjes uit de uitkering probeerden te houden in plaats van de kans op duurzaam werk te vergroten. De draaideurratio, waarbij wordt gekeken of mensen binnen twaalf maanden opnieuw een beroep doen op de bijstand, daalde van 24 procent in de jaren 2003 en 2004 naar 18 procent in 2005.