De Utrechtse raad wil dat Den Haag zo snel mogelijk de groep die hoogst waarschijnlijk in aanmerking komt voor het pardon mogen meedoen in de maatschappij. De gemeente moet deze groep zo snel mogelijk in kaart brengen, zorgen voor passende woonruimte en voldoende inkomsten.Wethouder Van Eijk (Integratie) wil dat deze mensen een warm welkom krijgen, maar vindt het belangrijk dat ook het Rijk daaraan bijdraagt.

In het regeerakkoord is afgesproken dat de pardonregeling geldt voor hen die onder de oude Vreemdelingenwet (voor april 2001) een aanvraag hebben gedaan.

Volgens de PvdA in Utrecht kan de daadwerkelijke uitvoering van de pardonregeling nog maanden op zich laten wachten. De partij vindt dat deze mensen zo snel mogelijk de kans moeten krijgen om deel te nemen aan de Nederlandse samenleving, bijvoorbeeld door het volgen van onderwijs en (vrijwilligers)werk.

Daarnaast moet er een financiële regeling komen waardoor deze mensen „op een menswaardige manier de uitvoering van de pardonregeling kunnen afwachten".