„Jeugd adoptiekind speelt op in puberteit”
GOUDA - Oude, pijnlijke ervaringen van adoptiekinderen kunnen in hun puberteit weer sterk naar boven komen en voor gedragsproblemen zorgen.
Orthopedagoge en psychotherapeute G. C. M. Bakker-van Zeil zei dat zaterdag op een bijeenkomst van de Adoptievereniging Gereformeerde Gezindte in Gouda.Bij de Riagg specialiseerde Bakker zich gedurende veertig jaar in de problemen van adoptiekinderen. Nu heeft zij nog een kleine privépraktijk, die zich ook op volwassen geadopteerden richt.
Zaterdag haalde zij het voorbeeld aan van een drukke puber die naar de Riagg werd doorverwezen met de diagnose ADHD. Na enkele gesprekken vertelde de geadopteerde jongen haar bijna niet te kunnen slapen vanwege enorme jeuk aan zijn rug. Uit zijn medisch dossier bleek dat hij als kind vóór zijn adoptie was mishandeld. „De littekens op zijn rug waren nog zichtbaar. Hij had de mishandeling altijd weten te verdringen door druk te doen en veel te bewegen. Maar in de puberteit kwam alles weer naar boven. Hij kon het gebeurde niet langer onderdrukken.”
Ook volwassen geadopteerden kunnen kampen met een onopgelost vroeg verlatingsgevoel, aldus Bakker. „In mijn praktijk vertellen ze mij en elkaar soms dat ze zich het meest op hun gemak voelen wanneer ze alleen zijn. Vaak lucht zo’n gesprek op.”
Bakker riep adoptieouders ertoe op vertrouwen te houden in het ouderschap. „Adoptiekinderen kunnen in hun puberteit dwarser zijn dan een doorsneepuber. Ze kunnen dat uiten door zich nog onvoorspelbaarder te gedragen of toenaderingspogingen af te weren. Heb oog voor alles wat niet lekker loopt en probeer het bespreekbaar te maken. Maar bedenk wel: als alles in de puberteit vlekkeloos verloopt, is er misschien ook iets loos.”