De Duitse gigant heeft bijna geheel Sandton Square, een groot plein net achter het conferentiecentrum waar de wereldtop over duurzame ontwikkeling plaatsheeft, afgehuurd en ingericht als expositieruimte. Het is de ultieme reclamestunt: duizenden deelnemers aan de wereldtop lopen dagelijks langs de stand of kunnen zich vanaf een van de vele terrasjes aan de nieuwste BMW-modellen vergapen.

Natuurlijk heeft de fabrikant zich ook gerealiseerd dat dit kapitalistisch vertoon wellicht enigszins ongerijmd zou overkomen tijdens een conferentie die gaat over zaken als armoedebestrijding, economische ontwikkeling, waterschaarste en aids. Onder het motto ”duurzame mobiliteit” heeft BMW daarom geprobeerd aansluiting te zoeken bij het hoofdthema van de conferentie - duurzame ontwikkeling. In een handvol grote witte tenten poogt de autoproducent bezoekers ervan te overtuigen dat het bedrijf het lot van de behoeftige medemens hoog in het vaandel heeft staan. Gedienstige dames, onberispelijk gekleed, gieten een stortvloed van hoogdravende termen over bezoekers uit: sociale verantwoordelijkheid, duurzame productiemethoden, schone energie.

En passant laat de onderneming nog even weten dat ze een grootschalig project rond aids-bestrijding onder haar werknemers in Afrika heeft lopen en dat ze grote bedragen schenkt aan een stichting die zich bezighoudt met onderzoek naar borstkanker. Ondertussen trachten verkopers -strak in het pak en met zonnebril- de tientallen passanten warm te maken voor de comfortabele geneugten van de nieuwste BMW 745-h, die in Zuid-Afrika ongeveer drie keer zo veel kost als een huis.

Twee jeugdige leden van Greenpeace zijn er blijkbaar wat minder van overtuigd dat BMW de oplossing voor onderontwikkeling zal brengen. Demonstratief gaan ze op het podium zitten, vlak voor een van de glanzende bolides. Een verkoper rent zenuwachtig naar hen toe. Een groepje Nigerianen kijkt hoofdschuddend naar het tafereel. „Laat ze eerst maar eens in ons land komen kijken.”