Taliban komen met nieuw dreigement
KABUL (AP) – De Taliban hebben gedreigd vijf gijzelaars te doden als de regering blijft weigeren twee Taliban-leiders vrij te laten. Zondag lieten de Taliban weten de Afghaanse journalist Ajmal Naqshbandi te hebben onthoofd omdat de regering weigerde hun eis in te willigen. Naqshbandi werkte als tolk voor de Italiaanse journalist Daniele Mastrogiacomo en werd samen met hem en de chauffeur Sayed Agha op 5 maart ontvoerd in de zuidelijke provincie Helmand. Mastrogiacomo werd op 19 maart vrijgelaten in ruil voor vijf gedetineerde Talibanstrijders. Agha werd direct na de ontvoering al onthoofd.
De Taliban zeiden op 27 maart in de naast Helmand gelegen provincie Kandahar een arts, drie verpleegkundigen en hun chauffeur te hebben ontvoerd. ‘Als de regering onze twee Taliban-commandanten niet vrijlaat, zullen we hun dezelfde straf geven als Ajmal (Naqshbandi)’, zei Shahabuddin Atal, die zegt als woordvoerder op te treden voor Taliban-commandant Mullah Dadullah.
Het feit dat Taliban-gevangenen zijn vrijgelaten in ruil voor Mastrogiacomo, verslaggever van de Italiaanse krant La Repubblica, heeft in en buiten Afghanistan veel kritiek gewekt. De Afghaanse president Hamid Karzai heeft gezegd dat tot de ruil is besloten omdat de regering van de Italiaanse premier Romano Prodi door de gijzeling in de problemen kwam. Hij zei dat er niet meer van zulke deals zullen worden gesloten.
‘In ruil voor de Italiaanse journalist droegen de Afghaanse regering en de buitenlanders vijf Taliban over’, zei Atal. ‘Toen we twee Taliban-commandanten vroegen voor de Afghaanse journalist, reageerde de Afghaanse regering niet en probeerden ze niet te onderhandelen. Deze regering werkt alleen voor buitenlanders, niet voor Afghanen.’ Hij zei dat Naqshbandi in het district Garmsir van Helmand was onthoofd en dat zijn familie zijn lijk daar kon vinden.
In de VS en Italië werd de moord veroordeeld. De groep Reporters zonder Grenzen zei te ‘walgen van deze lafhartige moord’. Ze zei dat Naqshbandi het slachtoffer was van meten met twee maten en dat er onvoldoende campagne voor zijn vrijlating is gevoerd. ‘Er moeten manieren worden gevonden om Afghanen die buitenlandse journalisten assisteren te beschermen, omdat zij anders niet meer zulke diensten zullen kunnen leveren’, zei de groep.
Buitenlanders in Afghanistan hebben gezegd dat de gevangenenruil de Taliban zal aanmoedigen nieuwe ontvoeringen op touw te zetten. De Taliban zeggen ook twee Franse medewerkers van de groep Terre d’Enfance en hun drie Afghaanse medewerkers te hebben ontvoerd. De vijf worden sinds vorige week vermist in de zuidwestelijke provincie Nimroz. Atal zei over hen geen informatie te hebben.
In Italië zei Gino Strada, de oprichter van de Italiaanse hulporganisatie Emergency, die een grote rol speelde bij de onderhandelingen om Mastrogiacomo vrij te krijgen, zondag dat de Italiaanse regering vorig jaar twee miljoen dollar heeft betaald om een Italiaanse fotograaf vrij te krijgen. De fotograaf, Gabriele Torsello, was van 12 oktober tot 3 november in Afghanistan ontvoerd geweest. De Italiaanse premier Romano Prodi ontkende de claim van Strada maandag niet, maar zei dat de onderhandelingen destijds waren verlopen volgens de instructies van de toenmalige regering.
Strada pleitte zondag tevens voor de vrijlating van Rahmatullah Hanefi, die door de Afghaanse regering is gevangengezet omdat hij verdacht wordt een bijdrage te hebben geleverd aan de ontvoering van Mastrogiacomo en diens twee Afghaanse begeleiders. Strada sprak de hoop uit dat de Italiaanse overheid een goed woordje voor Hanefi zal doen, omdat Hanefi volgens hem betrouwbaar is gebleken, doordat hij de twee miljoen voor Torsello aan de juiste mensen deed toekomen, waarna de fotograaf werd vrijgelaten.
Italiaanse oppositieleden hebben na Strada’s claim dat er twee miljoen is betaald om een gijzelaar vrij te kopen en het bericht over de onthoofding van Naqshbandi geëist dat premier Prodi het parlement toelichting geeft bij de gebeurtenissen. Sommige oppositieleden opperden zelfs om een onderzoekscommissie naar de zaak in te stellen en eisten bovendien het aftreden van de minister van buitenlandse zaken.