Rusland is gedrag van Georgië zat
De spanningen tussen Rusland en Georgië zijn de laatste dagen hoog opgelopen. Moskou beschuldigt Tbilisi ervan niet hard genoeg op te treden tegen de Tsjetsjeense rebellen op zijn grondgebied. Russische politici zinspelen inmiddels op oorlog met de Transkaukasische zuiderbuur.
Kernprobleem in het conflict tussen beide landen zijn de Tsjetsjeense rebellen. Moskou beschuldigt Tbilisi ervan sinds het begin van de tweede Tsjetsjeense oorlog in 1999 op grote schaal guerrillastrijders onderdak te verlenen. Zij zouden de onherbergzame Pankisikloof gebruiken om op krachten te komen en om zich te herbewapenen. Vervolgens zouden ze hiervandaan de Tsjetsjeense deelrepubliek binnenvallen om hernieuwde aanvallen op Russische troepen uit te voeren. De afvallige republiek grenst in het zuiden aan de Pankisikloof.
Georgië heeft de Russische beschuldigingen aanvankelijk altijd van de hand gewezen. Tbilisi gaf wel toe dat er zich duizenden Tsjetsjenen op zijn grondgebied bevonden. Maar dit zouden uitsluitend vluchtelingen zijn. Zij hebben zich gevoegd bij de hier al wonende Tsjetsjenen, die in de 19e eeuw naar de Pankisikloof zijn geëmigreerd. Ook toen waren zij op de vlucht voor de Russische troepen.
Net als Rusland trad ook Georgië al snel na 11 september toe tot de antiterrroristische coalitie. Toen gaven de Trans-Kaukasiërs onder druk van de VS voor het eerst toe dat het niet helemaal pluis was in de omstreden onherbergzame kloof. Feitelijk hadden de Georgische autoriteiten er al langere tijd geen controle meer over.
In die periode maakte ook de gedachte opgang dat de Tsjetsjeense rebellen nauwe banden met al-Qaida zouden onderhouden. Er deden zelfs geruchten de ronde dat er zich in de Pankisikloof op grote schaal al-Qaida-strijders ophielden, onder wie mogelijk Bin Laden zelf.
Deze verhalen kwamen voornamelijk uit Moskou. Maar de VS namen de berichten serieus en zetten Georgië onder druk. Het land gaf toe dat er zich inderdaad „enkele” Tsjetsjeense strijders in het gebied ophielden en beloofde orde op zaken te zullen stellen in de kloof.
Maar tot grote woede van Moskou namen de Georgiërs hiervoor niet de Russen maar de Amerikanen in de arm. Tbilisi gaf februari dit jaar toestemming voor de stationering van 200 leden van Amerikaanse elitetroepen, die het Georgische leger zouden voorbereiden op een inval in de Pankisikloof.
Voor de Russen was dit het ultieme bewijs dat hun zuiderburen -en met name hun president Eduard Sjevardnadze- volkomen onbetrouwbaar zijn. Ook beschuldigden ze de Amerikanen ervan geen enkele rekening te houden met de Russische belangen in het „nabije buitenland.” Georgië bevindt zich immers letterlijk in de achtertuin van Rusland. Maar Georgië en de VS lieten zich niet door de Russische druk van hun plannen afbrengen en begonnen al snel met gemeenschappelijke trainingen.
Intussen bleven de Russen met regelmaat klagen over Tsjetsjeense invallen vanaf Georgisch grondgebied. En de Georgiërs op hun beurt beschuldigden de Russen ervan bombardementen uit te voeren aan de Georgische kant van de grens met Tsjetsjenië.
De diplomatieke spanningen tussen beide landen zijn extra opgelopen nadat een paar weken terug een groep van zestig zwaarbewapende Tsjetsjenen de Georgisch-Russische grens was overgestoken. Zij raakten daar in gevecht met het Russische leger, waarbij veel Russische slachtoffers vielen.
Toen een veertiental weer de grens met Georgië wilde oversteken, werden ze gearresteerd door het Georgische leger. Maar de Georgische autoriteiten weigeren tot nu toe de Tsjetsjenen uit te leveren aan Rusland.
Sindsdien gaan er in Rusland steeds meer stemmen op om zelf orde op zaken te stellen in de Pankisikloof. En dit ondanks het feit dat de Georgische „anticriminele” operatie in de kloof onder de codenaam ”Kacheti 2002” op het punt stond van start te gaan.
Aan de vooravond van deze operatie -die het afgelopen weekend is begonnen- bombardeerden zeven vliegtuigen de Pankisikloof. Daarbij vielen onder de Georgische bevolking een dode en verscheidene gewonden. Sjevardnadze wees direct de Russen als daders aan. Ook de ter plaatse aanwezige OVSE-waarnemers bevestigen zijn claim.
De VS hebben inmiddels een officieel protest ingediend bij Moskou, het eerste van deze aard sinds de start van het antiterroristische bondgenootschap met de Russen september vorig jaar. En het Georgische parlement heeft Sjevardnadze -tot nu toe tevergeefs- opgeroepen uit het GOS te treden en de banden met Moskou te verbreken.
Rusland wijst alle Georgische beschuldigingen resoluut van de hand. De Russische luchtmacht zou geen enkele keer de Georgische grens zijn overgevlogen. Russische media suggereren zelfs dat de Georgiërs de aanvallen zelf hebben uitgevoerd in het kader van ”Kacheti 2002”, om op deze manier de Russen in een kwaad daglicht te stellen.
De Georgische „anticriminele” operatie in de Pankisikloof heeft tot nu toe tot geen enkele arrestatie geleid. President Sjevardnadze had dan ook voorafgaand aan de operatie „alle criminele elementen” opgeroepen het gebied te verlaten. Volgens ooggetuigen zijn de aanwezige rebellen inderdaad massaal naar de grens met Tsjetsjenië vertrokken.
De Russen zijn daarom woedend op Sjevardnadze. Volgens hen is de „anticriminele operatie” een wassen neus en doet Tbilisi feitelijk niets meer dan het verlenen van een vrije aftocht aan de Tsjetsjeense rebellen.
De roep om een Russisch militair ingrijpen en zelfs een oorlog met Georgië neemt onder Russische politici en in de Russische media dan ook met de dag toe. Zelfs gematigde Doema-leden als Aleksej Arbatov menen dat een gewapend treffen met de Georgische zuiderburen steeds moeilijker te vermijden is. Ook de relatief onafhankelijke krant Nezavisamaja Gazeta spreekt in dit verband over een mogelijk „definitief Russisch afscheid” van de Kaukasus, indien de Russen geen tegenactie ondernemen. Alleen president Poetins optreden wijkt -zoals altijd in dit soort conflicten- af: hij zwijgt in alle talen.