Vrolijk Pasen
Vergeleken met Kerst lijkt deze dag voor Pasen maar een sombere zaterdag. Ik denk daarbij niet aan kerstkaarsjes en paaseitjes, kerstmarkten of paasbrunches. Ik denk sowieso niet aan wat ’men’ van Kerst en Pasen vindt.
Bij het gewone volk lagen de kaarten 2000 jaar geleden trouwens anders dan nu. Terwijl het kerstgebeuren vrijwel volledig aan de inwoners van Bethlehem voorbijging, was er vlak voor Pasen het feest van de vreugdevolle intocht in Jeruzalem. De Farizeeërs verzuchtten vertwijfeld: „De hele wereld gaat Hem na.”Maar het is verbazingwekkend hoe rondom advent en Kerst prachtige verhalen te vertellen zijn, terwijl Pasen ingeluid lijkt te worden met niets anders dan neerslachtigheid en moedeloosheid. De persoonlijke verhalen rondom Golgotha en de hof van Jozef van Arimathea lijken weinig reden te geven om te spreken over een vrolijk Pasen.
Prediking
Dat is allemaal nog opvallender als je bedenkt dat het kerstgebeuren volgt op een periode van 400 jaar profetisch zwijgen. Diepe stilte. De periode voor Pasen kenmerkt zich daarentegen juist door een periode waarin de prediking van het Evangelie haar absolute hoogtepunt bereikte. De zuiverheid, bewogenheid en ernst waarmee het Evangelie gepreekt werd in de drie jaren voor het paasgebeuren, zijn absoluut uniek in de geschiedenis van het christendom. Het Evangelie van de Heere Jezus Christus werd verkondigd door de Heere Jezus Zelf. Hij onderstreepte Zijn woorden overvloedig met wonderen en tekenen.
Verlangen
Maar als je dan de volgelingen rond het kruis vergelijkt met Zijn kinderen in de stal van Bethlehem, begrijp je er niets van. In Bethlehem presenteert de Bijbel ons kinderen van God die ondanks de eeuwenlange stilte strak gespannen stonden van verwachting.
De herders zagen naar Hem uit. Zij verlieten onmiddellijk hun schapen om dat onaanzienlijke Kind in die onaantrekkelijke omgeving te aanbidden.
Het leven van de twee oude tempelbezoekers werd beheerst door één allesoverheersend verlangen: de komst van dit Kind. Hun harten waren vol vreugde toen ze Hem in de tempel zagen en de stem van de profetie werd in Simeon weer vaardig. Anderen wisten een onmogelijke afstand te overbruggen om de geboren Koning der Joden geschenken aan te bieden: goud, wierook en mirre.
Niemand
Maar toen dezelfde Koning der Joden de allergrootste daad van Zijn liefde liet zien, toen Hij gewillig en gehoorzaam de laatste teug uit de beker dronk, was er niemand die Hem aanbad. Ondanks zijn weinig verhullende gesprekken hierover met de discipelen. Niet één verwachtte dit heilsfeit. Laat staan dat iemand er met vreugde en verlangen naar uitzag.
Wel was er Petrus die het met zijn zwaard wilde blokkeren. Die zich met leugens het vege lijf wist te redden. Wel waren er volgelingen die in de donkere hof van Gethsémané niet wisten hoe snel ze bij Jezus vandaan moesten komen. Wel waren er de vrouwen die totaal gedesillusioneerd bij het graf zaten en bij wie de ontreddering compleet was toen ze op de opstandingsmorgen ook nog merkten dat ze zelfs het dode lichaam niet meer konden verzorgen. Wel waren er deuren hermetisch gesloten. Wel waren er kregelige Emmaüsgangers die alle hoop hadden laten varen. Wel was er Thomas.
Zwarte achtergrond
Is dit alles iets om verdrietig van te worden? Om toch meer op te hebben met advent en Kerst dan met Pasen? Nee. Eigenlijk zit er in al die somberheid en neerslachtigheid van Gods kinderen op deze stille zaterdag voor de paasmorgen een prachtige boodschap verborgen.
Als je de schijnwerper richt op Jezus’ kinderen, dan valt het niet mee. Maar daarop moet je je ook niet richten. Meer nog dan met Kerst valt met Pasen het volle licht op de Heere Jezus Zelf. Het Lam Dat geslacht wordt, is de Leeuw uit de stam van Juda.
En de moedeloosheid, de somberheid, het ongeloof van de vrouwen dan? En de boosheid van de Emmaüsgangers, de diepe twijfel van Thomas? Tegen die zwarte achtergrond schittert Jezus nog meer!
De boodschap van Pasen is dat juist ons ongeloof, onze zonden, onze moedeloosheid de verbinding vormen met de opgestane Levensvorst. Onze onoplosbare en onherstelbare zielennood zijn de aanknopingspunten met Hem. Hij heeft geleden en is opgestaan om zondaren zalig te maken. Wat een wonderlijke, heerlijke, liefdevolle Heere is Hij. Voor onwetende, diepverloren, aan alles twijfelende zielen is Hij er. Hij zoekt Petrus. Hij noemt Maria. Hij vergezelt Emmaüsgangers. Hij opent gesloten deuren. Hij stelt Zijn wonden beschikbaar voor het tergende ongeloof van Thomas. Hij maakt levend wat dood is.
De puriteinse predikant Ambrosius nodigt ons uit om dan maar naast Thomas te gaan staan: „Kom dichterbij, arme, vreesachtige, wankelende en dwalende ziel. Kom. Zie de Heere, uw Zaligmaker. Wees niet ongelovig, maar gelovig. Vrede zij u. Vrees niet. Ik ben het. Aanschouw Hem.
Kent u Hem niet? Als u Hem niet kent aan Zijn gezicht, stem en handen, als u Hem niet kent aan Zijn tranen en bloedig zweet, kijk dan beter. U zult hem kennen aan Zijn hart. Dat gebroken en genezen hart is Zijn hart. Dat uit de doden opgewekte hart is Zijn hart. Dat zielsontfermende, smeltende hart is het Zijne. Buiten twijfel is het geen ander dan het Zijne. Liefde en medelijden zijn Zijn rechte kenmerken. Is hier geen voedsel genoeg voor onze liefde?”
Wie zo de opstanding van Christus mag ervaren, heeft werkelijk een vrolijk Pasen. Om het met de berijming van 1773 te zeggen: „Zingt vrolijk, heft de stem naar boven. Rechtvaardigen verheft Gods eer. Het past oprechten God te loven. Zingt Zijne grote Naam ter eer.”