Dat heeft minister Donner (Sociale Zaken) vrijdag geschreven aan de Tweede Kamer. Een poging van oud-staatssecretaris Van Hoof (Sociale Zaken) om de grenzen al op 1 maart te openen, strandde onlangs nog in de Kamer.Ook nu vraagt een Kamermeerderheid van CDA, PvdA en de SP zich nog af of Polen zonder werkvergunning in Nederland aan de slag kunnen. Zo willen de twee regeringspartijen eerst zeker weten dat de Arbeidsinspectie voldoende kan optreden tegen illegale arbeid.

Volgens Donner is verder uitstel van vrij verkeer van werknemers in de Europese Unie schadelijk voor het bedrijfsleven, omdat er een toenemend tekort is aan personeel. Ook kan het volgens hem de relaties met de betrokken Oost-Europese landen negatief beïnvloeden als voor hun inwoners belemmeringen blijven bestaan om in Nederland te werken.

Nu kunnen Polen hier alleen aan de slag als zij een werkvergunning hebben van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). In sectoren waar werkgevers aantoonbaar moeilijk aan personeel kunnen komen, worden die vergunningen al soepeler verstrekt.

Donner stelt dat aan de voorwaarden is voldaan die de Kamer heeft gesteld om de werkvergunningen helemaal af te schaffen. Vooral het CDA en de linkse partijen hadden eisen gesteld om verdringing, ontduiking van arbeidsvoorwaarden en problemen met huisvesting te voorkomen. Volgens de minister zijn nu alle maatregelen genomen om zo veel mogelijk „gelijk loon voor gelijk werk” te garanderen.

De bewindsman gaat niet, zoals CDA en PvdA hadden gevraagd, de Arbowet aanpassen om te voorkomen dat bedrijven onder de aansprakelijkheid voor (on)veilig werk uitkunnen als ze werken met onderaannemers. Dat is volgens hem juridisch onhaalbaar. Eerder dit jaar ontstond ophef, nadat een betonbedrijf de verantwoordelijkheid voor de dood van een Poolse werknemer kon doorschuiven naar een Poolse onderaannemer.