GPV-voorman Jongeling duidde toenemende hetze positief
Cisca Dresselhuys, de ”Iron Lady” van het feministische tijdschrift Opzij, protesteert al jaren tegen het feit dat de reclamewereld vrouwen als lustobject misbruikt. Maar nu de ChristenUnie in Utrecht zich verzet tegen een reclameposter van 200 vierkante meter waarop een vrouw in bikini lonkt naar het passerende publiek, probeert de feministe er krampachtig aan te ontkomen op één hoop te worden gegooid met de protesterende christenen. Alsof deze mensen een smetziekte hebben.
Zo langzamerhand dringt zich de vraag op of de secularisatie en normvervaging inderdaad wel door het aantreden van dit kabinet enigszins gekeerd worden. De coalitiepartners kwamen bij de formatie in ieder geval overeen dat sommige ontwikkelingen een halt werd toegeroepen -denk aan het kweken van embryo’s- en op andere terreinen ten minste de bestaande wettelijke regels zouden worden gehandhaafd - denk aan de abortuspraktijk. Politieke commentatoren zagen dit als de onderhandelingswinst die de kleinste coalitiepartner wist te binnenhalen.Orthodoxe christenen oordeelden gematigder. Zij hadden graag gezien dat de christelijke achtergrond van dit kabinet sterker tot uitdrukking was gekomen. En begrijpelijk, want op ethisch terrein is nog veel te winnen, of liever, te repareren. De afbraak van het christelijke karakter van de samenleving is de achterliggende jaren niet alleen snel gegaan, maar is vooral grondig gedaan. Dat neemt niet weg dat er dankbaarheid was over het bereikte resultaat en -vooral- over het gegeven dat er christenen in het kabinet zitten die zich niet schamen voor hun Bijbelgetrouwe overtuiging.
Tegenbeweging
Het kabinet heeft bij zijn aantreden gevraagd honderd dagen de tijd te krijgen om in gesprek te gaan met de samenleving, zich te oriënteren en plannen te maken. Die periode is nog niet voorbij. Maar inmiddels is wel duidelijk dat er een machtige tegenbeweging op gang is gekomen, die met veel verbaal geweld en slimme acties probeert „de christelijke geur vanuit het Catshuis te verdrijven.”
Om een voorbeeld te noemen. Bos heeft namens zijn partij de handtekening gezet onder het regeerakkoord. Maar zijn partij maakt zich inmiddels op allerlei niveaus sterk om de afspraak om de zittende gewetensbezwaarde trouwambtenaar te ontzien, ongedaan te maken. Laatste voorbeeld daarvan was het optreden van de PvdA in Smallingerland, waar ze een collega-wethouder van CU-huize dwong zijn functie als trouwambtenaar neer te leggen. Dat was het zoveelste bewijs dat het sociaaldemocratische grondvlak zich niet gebonden voelde aan de handtekening onder het regeerakkoord.
Sterker, de PvdA voelt zich door de regeerovereenkomst kennelijk aangespoord bezwaarde ambtenaren zelfs de ruimte te ontnemen die destijds duidelijk is afgesproken bij het tot stand komen van de wettelijke regeling voor het homohuwelijk. Het lijkt erop dat de PvdA-achterban nadrukkelijk wil afrekenen met de christenen, dus ook met de achterban van een van de coalitiepartners. Terwijl de door de sociaaldemocraten gehuldigde visie op de democratie gekenmerkt wordt door het streven naar samenwerking en consensus, waarbij het adagium ”leven en laten leven” leidend is.
Men kan zich afvragen wat de werkelijke bron is van deze gerichte actie. Angst voor een grondige omkering van het bestaande normenpatroon hoeft de PvdA niet te hebben. Iedereen weet dat er in het huidige tijdsgewricht geen democratische meerderheid is te vinden voor een terugkeer naar Bijbelse waarden en normen. Vanuit christelijke oogpunt valt dit te betreuren, maar het is wel een feit.
Nee, de acties tegen de gewetensbezwaarde ambtenaar en tegen herbezinning op ethische vragen hebben een andere oorsprong. Het gaat hierbij om een afkeer van ieder die vasthoudt aan de normen van Gods Woord. Daar wil de moderne, volstrekt geseculariseerde mens niets van hebben. Dat is ook de reden waarom Cisca Dresselhuys zich niet wenst te vereenzelvigen met de ChristenUnie in Utrecht, die een megaposter met een vrouw in bikini bekritiseert.
Onthullend
De scherpte waarmee de tegenstellingen de laatste maanden zichtbaar worden, is onthullend en verbijsterend voor christenen. Dachten ze dat met dit kabinet rustiger tijden voor het christelijk volksdeel zouden aanbreken, de storm steekt echter nu pas goed op. Zichtbaar wordt wat de Utrechtse theoloog Van Ruler jaren geleden voorspelde: „De moderne, godvergeten democratie ontwikkelt zich nu eenmaal feilloos naar het absolutisme van het heidendom.”
Dat is wat er feitelijk gaande is. Nederland lijkt bewust en snel af te stevenen op een volstrekt heidense, sterker: een antigodsdienstige samenleving. Terwijl christenen dachten met dit kabinet enigszins rust te krijgen, is er in alle hevigheid een strijd der geesten gaande waarvan de uitkomst zou kunnen zijn dat de geest uit de afgrond zegeviert.
Het zou wel eens kunnen zijn dat christenen de ernst en intensiteit van die strijd onderschatten. Terwijl zij juist bedacht moeten zijn op het aanzwellen van het strijdgewoel. Zij hebben te rekenen met een enorme versnelling van de wereldgeschiedenis. De maatschappij staat onder hoogspanning en die wordt met de dag opgevoerd. De Heere stuwt immers de geschiedenis met adembenemende snelheid naar het grote einde. Geen rust, dus, maar strijd. Dat is het enige wat valt te verwachten. De Bijbel zegt dat de satan rondgaat als een briesende leeuw omdat hij weet een kleine tijd te hebben.
Niet zielig doen
Hoe hebben christelijke politici en christenen zich in dit tijdsgewricht te gedragen? Enkele aandachtspunten.
Niet denken dat zij het gelijk per definitie aan hun kant hebben. Dat is essentieel. Ook christenen en christelijke politici maken deel uit van de zondige werkelijkheid. Christenpolitici hebben niet per definitie de waarheid in pacht. Zij zijn zondaren en kennen ten dele. Maar hun zijn wel de woorden Gods toebetrouwd. Daarop hebben ze acht te geven. Dat is een pand dat niet verkwanseld mag worden. Daarom niet buigen onder de druk van de publieke opinie of compromissen sluiten die rechtstreeks ingaan tegen Gods geboden.
Niet zielig doen over de verdrukking en de underdog spelen. Het is niet nieuw smaad te moeten dragen. Christus heeft het Zelf voorzegt dat Zijn volgelingen in de wereld verdrukking zullen hebben. Zijn Woord is niet naar de mond van de mens, dus ook niet naar die van de moderne mens. In een politieke omgeving waarin men zoekt naar genoeglijke vrede is het christelijk getuigenis een dissonant. Toenmalig GPV-voorman Jongeling schreef begin jaren vijftig dat zijn partij stellig op de goede weg was, „want de haat breekt los van alle kanten en we staan soms versteld over de middelen, die men aanwendt om onze gereformeerde-nationale voorlichtingsarbeid te bezwadderen en te breken.” Kortom dit kruis moedig dragen en niet daarover klagen.
Niet toegeven aan de verleiding van eer en aanzien. Geen mens ontkomt aan eergevoeligheid. Het is plezieriger geprezen dan gekapitteld te worden. Eer en aanzien zijn de gevaarlijkste klippen voor een christen, zegt de Amerikaanse puritein Jonathan Edwards. Ze kunnen een mens trouweloos maken. Omwille van het aanzien is een mens al snel geneigd water bij de wijn te doen. Dat gevaar lopen ook christenen wanneer zij op het pluche zitten.
Niet toegeven waar het om fundamentele waarheden gaat of wanneer Gods gebod expliciet in het geding is. Het is duidelijk dat geen mens die aan het stuur of aan de knoppen zit, schone handen kan houden. Allereerst niet omdat hij als bestuurder zelf van binnenuit vol zonde is en zijn handen al vuil zijn. Ten tweede omdat in deze gebroken wereld altijd iedereen de handen nog vuiler maakt. Dat betekent dat er compromissen gesloten moeten worden. Maar ook daarbij zijn er grenzen. Die moeten helder blijven en niet vervagen.
Niet debatteren over de mineure zaken terwijl de grote afbraak verder gaat. Verdeeldheid is een groot kwaad dat de christelijke wereld uitermate verzwakt en verteert. Daar gaat de gehele christenheid aan mank, maar zeker die in Nederland. Zonder te pleiten voor het nastreven van goedkope oecumene of anderzijds af te willen dingen op gezond kerkelijk besef, is het niet te veel gezegd dat er soms zaken tot strijdpunten worden verheven die in het licht van de geweldige geestelijke strijd van dit moment zo snel mogelijk van de agenda zouden moet worden afgevoerd.
Wat bekent dit alles voor de huidige christelijke politiek? In de eerste plaats niet kijken naar de macht van het getal en naar de haalbaarheid van plannen. Maar toetsing aan de norm van de Bijbel moet vooropstaan. Daarbij hebben de mensen van het CDA of de ChristenUnie vanwege hun deelname aan de coalitie ten diepste geen andere roeping dan die van de SGP buiten de regering. Niet de volgende verkiezingsuitslag waarbij de burger zijn oordeel zal geven over het gevoerde beleid is bepalend, maar het eindoordeel dat straks komt. Waarbij de hoogste Wetgever de balans van het leven en handelen zal opmaken. Niet het behoud van de coalitie of de kiezersgunst moet vooropstaan, maar de handhaving van Gods wet.
In de tweede plaats: waar dat kan samen optrekken tegen de geesten uit de afgrond. Dat kan strijden met partijpolitieke belangen, waarbij de onderlinge verschillen soms om voorrang vechten. Het gaat immers niet primair om de eigen zetel, maar om de doorwerking van het beginsel dat geworteld is in Schrift en belijdenis.
Ten derde: niet zonder hoop zijn. De strijd der machten en der goden is gigantisch. Ze zal nog heviger worden. Maar de einduitkomst is zeker. Niet dankzij de christelijke politiek, maar dankzij de Koning van hemel en aarde Die overwonnen heeft. Morgen is het Pasen, het feest van de opstanding en van de belofte van de nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont.