De schade die het noodweer van afgelopen zaterdag bij de land- en tuinbouwers in het gebied heeft toegebracht, loopt in de tientallen miljoenen euro’s.

In het crisisteam zitten vertegenwoordigers van de provincie Noord-Brabant, een aantal West-Brabantse gemeenten, de land- en tuinbouworganisatie ZLTO en de West-Brabantse waterschappen. Regionale vertegenwoordigers van het ministerie van Landbouw zitten als toehoorders bij het beraad.

„Wat hier is gebeurd, gaat het ondernemersrisico ver te boven”, zegt voorzitter C. Coppens van de ZLTO-kring West-Brabant. „Grond die in goede conditie is en waarvan de drainage op orde is, heeft geen problemen bij een regenval van 50 millimeter op een dag. In de gemeente Moerdijk viel zaterdag 130 millimeter. Met alle extra hulpmiddelen die de waterschappen nu inzetten, kunnen ze toch niet meer dan 20 millimeter per dag afvoeren. Dat betekent dat de oogst die nog op het land staat, verloren is.”

Het ministerie van Binnenlandse Zaken liet maandag weten niet tot schadevergoeding te zullen overgaan. Deze uitspraak oogstte veel kritiek van commissaris van de Koningin Houben van Noord-Brabant. „Het ministerie moet eerst de feiten onderzoeken voor het zijn mening geeft.” Houben zei dit maandag na een bezoek aan het getroffen gebied en een spoedoverleg met ZLTO.

Burgemeester H. den Duijn van de gemeente Moerdijk is ervan overtuigd dat het gebied voldoet aan de criteria die het ministerie van Binnenlandse Zaken stelt om in aanmerking te komen voor de Wet tegemoetkoming schade. „De hoeveelheid regen was enorm, het gaat om een aaneengesloten gebied en er is sprake van maatschappelijke ontwrichting. Alleen al in de gemeente Moerdijk zijn er zaterdag ruim 200 mensen van brandweer, gemeente en andere diensten ingezet bij de hulpverlening”, zegt hij.