Als een zaaier die de akker verlaat
WAARDE - „Zie, een zaaier ging uit om te zaaien.” Daarmee is voor ds. H. Hofman 35 jaar predikantschap getypeerd. „Met niets ben ik begonnen, zonder zaad, zonder akker, zonder wijsheid, zonder kracht. En met niets van mezelf mag ik als een onnutte dienstknecht de akker verlaten. Zo laten we het gestrooide zaad los, geven we het over in de hand van de Eigenaar. Hem zij al de eer.”
Ds. H. Hofman (75), predikant van de gereformeerde gemeente te Waarde (Zeeland), gaat met emeritaat. Zeven gemeenten heeft hij gediend, in Nederland, in Canada en in Noord-Amerika. Over zijn werk zijn geen bijzonderheden van hemzelf te vertellen, zegt hij. „We hebben niets wat we niet van Boven hebben ontvangen. Wel kijk ik met verwondering naar die Bijbeltekst: „Zie, een zaaier ging uit om te zaaien.” De Heere heeft me verwaardigd dit werk te mogen doen, zaaien. De Eigenaar van de akker heeft de tijd daarvan bepaald. Hij heeft acht geslagen op de wind, heeft Zelf de akkers aangewezen waarop gezaaid moest worden, heeft ook Zelf voor het zaad gezorgd. Dat is het Woord. Anders niet.”De kern van de prediking was: „Niet anders te weten dan Jezus Christus en Dien gekruisigd.” „Want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. De verkondiging was: „Laat u met God verzoenen.” Dat Woord was waarschuwend, onderwijzend, vertroostend, vermanend en vooral ook eerlijk. De prediking was ook appellerend, moet dat ook zijn, opdat er geen hoorder onder het Woord uit kan, of in alle vrijblijvendheid in de kerkbank kan blijven zitten. We mogen niet de klem uit de prediking wegredeneren. Paulus zegt: „Wij bidden u van Christus’ wege, laat u met God verzoenen.” Daar mag een mens zich niet goedkoop van afmaken, want een aangepaste boodschap is geen boodschap.”
Nihilisme
Als een van de grootste gevaren van de moderne tijd noemt ds. Hofman het nihilisme. „Dat betekent dat mensen werkelijk nérgens meer aan doen, echt god-loos zijn, dat ze in niets meer geloven, dat ze niet eens meer verstandelijk weten wat een Bijbel is, laat staan dat ze weten wat daarin staat. Schrikbarend is dat.”
In het ziekenhuis waar zijn vrouw verpleegd werd, in Rotterdam, is een stiltecentrum, weet de predikant uit ervaring. „Daar is een afdeling met matjes, voor de moslims. Daar is een afdeling met kaarsjes, voor de rooms-katholieken. Daar is ook een afdeling voor protestanten. In het gedeelte voor de moslims is het meestal druk. Daar wordt luidkeels tot Allah geroepen: „Allah, help ons, Allah, help ons.” In het tweede gedeelte worden nog met enige regelmaat kaarsjes aangestoken. Maar in het protestantse deel blijft het meestal urenlang stil. Daar heb ik, tijdens de ziekte van mijn vrouw, urenlang in de Bijbel gelezen, geknield op mijn knieën heb ik daar gebeden. Nooit werd ik gestoord door anderen. Het Nederlandse protestantisme is vaak zo leeg geworden. Een moslim is in elk geval nog trouw aan zijn opvattingen, hoe verderfelijk die ook zijn. Maar de meeste christenen in Nederland zijn trouweloos geworden.”
Van de 35 jaar diende ds. Hofman 13 jaar vier gemeenten in Canada en Noord-Amerika. Hij preekte ook in Nieuw-Zeeland, in Australië en in Bolivia. Waren er kerkelijke verschillen, ver weg of dichtbij? „Overal bevinden we ons buiten het paradijs.”
Kabinet
De Heere heeft gezegd dat we acht moeten geven op de tekenen der tijden. „Die tekenen worden in de Bijbel genoemd, die kunnen we dus weten. De liefde zal verkouden. De volheid der heidenen zal ingaan. Er zal een veelheid aan rampen en aardbevingen zijn. De tijd verkort. Dat kan iedereen zien. Je kunt het ook zien aan de wijze waarop er gereageerd wordt op het nieuwe kabinet. Eindelijk is er weer een vleugje Bijbelse ethiek in Den Haag te horen, en prompt valt het halve land daar vol ergernis overheen. De wereld wordt gekleurd met het avondrood van de ondergang.”
Uitkijkend vanuit de pastorie te Waarde, over de Zeeuwse akkers, zegt ds. Hofman: „Ik zie dat de boeren hier ploegen, eggen, en zaaien tegelijk. Een tractor doet dat in één rit, van voren naar achteren, ploegen, eggen en zaaien. Geestelijk zaaien gebeurt anders. Voor alles moet een tijd zijn, voor ontdekking, voor ontgronding, voor wasdom. Er is een tijd om te wenen en om te ontkiemen, er is een groeitijd en een bloeitijd. De zaaier moet dus ook weten hoe snel hij lopen moet. Als hij te snel loopt, wordt de akker spaarzamelijk bezaaid, dan zal er minder oogst zijn. Als hij te langzaam loopt, verstikt het zaad, doordat het door de veelheid niet ontkiemen kan.”
Jubeljaar
Ds. Hofman gaat met emeritaat in het jaar waarin de Gereformeerde Gemeenten honderd jaar bestaan. Hoe ervaart hij het jubeljaar voor de kerk? „Er valt niets te jubelen. Wat overblijft, is verwondering dat de Heere in Zijn grote lankmoedigheid, verdraagzaamheid en trouw, onze akker nog niet heeft afgekeurd, dat Hij nog steeds zaaiers roept om te blijven zaaien. Hoe lang zal dat nog zijn?”
De zaaier uit Waarde verhuist naar Zwijndrecht. „Maar het goede zaad van het Woord van God is nog lang niet op. Op de akker van de wereld zullen altijd zaaiers blijven, totdat het laatste zaadje ontkiemd is en vrucht draagt voor de hemelse schuren. Want het Godgeheiligd zaad zal het gezegend aardrijk erven.”
„We hebben in het geloof en onder biddend opzien gezaaid”, zegt ds. Hofman. „In het geloof zaaien, betekent ook de vrucht in het geloof overlaten aan de Eigenaar van de akker. De zaaitijd duurt niet altijd. We verlaten de akker, als een onnutte dienstknecht, die slechts gedaan heeft wat de Eigenaar heeft opdragen.”
Levensloop
Geboren op 16 augustus 1931 in Lieren
Bevestigd als predikant van de gereformeerde gemeente te Goudswaard in 1972
Intrede in Rotterdam-Zuid in 1975
Intrede in Gorinchem in 1980
Intrede in Kalamazoo (VS) in 1983
Intrede in Sioux Centre (VS) in 1988
Intrede in Chilliwack (Can.) in 1991
Intrede in Waarde in 1996
Met emeritaat in april 2007