Dat blijkt uit onderzoek door de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie. Een verklaring voor beide constateringen ligt in het feit dat de prijsstunters vaak vanaf kleinere, regionale vliegvelden vliegen.Daar is het luchtruim minder druk dan boven bijvoorbeeld Schiphol of Heathrow en treden er minder vertragingen op. Maar als een vlucht dan toch geannuleerd is, heeft de prijsstunter in het dorp bij het regionale vliegveld vaak geen hotel achter de hand om de passagiers te laten overnachten.

De Europese Commissie besloot woensdag de EU-lidstaten en vliegmaatschappijen nog maximaal een halfjaar te geven om de regels voor passagiersrechten daadwerkelijk toe te passen. Sinds de invoering van de regels, twee jaar geleden, is er wel vooruitgang geboekt, maar die is nog onvoldoende.

Passagiers die stranden of forse vertraging hebben, hebben rechten, maar de luchtvaartmaatschappijen geven daarover vaak maar mondjesmaat informatie. Passagiers hebben afhankelijk van de duur van de vertraging recht op maaltijden, telefoongesprekken of een hotelkamer. Maar vooral de prijsstunters blijven hier in gebreke, aldus de Commissie.

Bij het annuleren van een vlucht is de maatschappij verplicht tot vergoedingen en overnachting voor de passagier, maar met het begrip annuleren wordt nogal gegoocheld. Passagiers die een volle dag moeten wachten, krijgen dan te horen dat hun vlucht niet gecanceld is, maar vertraagd.

Ook is vaak onduidelijk wie er schuldig is of wat de oorzaak van de vertraging is: de luchtvaartmaatschappij, de vliegveldautoriteiten, stakingen of het weer. De Commissie wil dat dit soort omstandigheden eenduidiger geïnterpreteerd wordt.

Als er binnen een halfjaar niet een aanzienlijke verbetering in de situatie is, kan de commissie formele klachtenprocedures beginnen. Die kunnen leiden tot boetes.