„Groningers zijn eigenzinnig en onafhankelijk"
GRONINGEN (ANP) – Inwoners van de stad Groningen hebben door de eeuwen heen een opvallend zelfbewuste houding gehad. Daarbij hebben ze een grote behoefte aan onafhankelijkheid. Het zijn stellingen waarop voormalig gemeentearchivaris van de stad Groningen Jan van den Broek 12 april hoopt te promoveren aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Volgens Van den Broek valt de houding van de Groningers te verklaren uit de geografische en psychologische afstand van de stad tot de rest van het land. Hij noemt het bijzonder dat de invloed van de ’gewone’ Groningers op het stadsbestuur altijd groot is geweest.In het proefschrift legt Van den Broek uit dat Groningen in de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd daarna, te ver af lag van de landsheren om goed toezicht te houden. De stad kon zich hierdoor in grote zelfstandgheid ontwikkelen. Bovendien was Groningen de enige grote stad in het noorden van Nederland, waardoor het bestuur ook extra belangrijk werd.
Volgens de promovendus accepteerden Groningers in die tijd al niet dat bestuurders van buiten het in hun stad voor het zeggen hadden. Een voorbeeld hiervan is, volgens hem, dat de Groninger Gilden eigen sleutels van de stadspoorten hadden, zodat zij in feite bepaalden wie de stad in en uit mocht. De Gilden hadden ook grote politieke macht.
Toen in 1594 Willem Lodewijk en Maurits de stad veroverden kwam er aan de Groningse zelfstandigheid min of meer een eind. Promovendus Van den Broek legt echter een „voorzichtige link" naar de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen Groningen als een van de eerste steden van Nederland een links stadsbestuur had. Volgens hem was dat een gevolg van de eigenzinnigheid en hang naar onafhankelijkheid die nog steeds niet verdwenen zouden zijn.