Hooggerechtshof VS laakt milieubeleid Bush
NEW YORK - Het Amerikaanse hooggerechtshof heeft maandag uitgesproken dat het Amerikaanse ministerie van Milieuzaken (Environmental Protection Agency, EPA,) niet alleen het recht maar ook de plicht heeft zich te bemoeien met het reguleren van uitlaatgassen van auto’s.
In tal van processen, waaronder klachten van twaalf afzonderlijke staten, beweerde het EPA in de afgelopen jaren dat het niet de bevoegdheid had om op dit terrein op te treden.„Het EPA heeft volgens de wet op de luchtvervuiling niet de bevoegdheid om hier op te treden en als het die bevoegdheid had, dan zou het daarvan geen gebruik maken”, is de stellingneming van het EPA, nog eens verdedigd tijdens een klacht van de staat Massachusetts, die aandrong op duidelijker overheidsreglementering ten aanzien van uitlaatgassen omdat die verantwoordelijk worden gehouden voor het broeikaseffect ofwel de opwarming van de aarde.
Het standpunt van het EPA is een directe vertaling van het milieubeleid van de regering-Bush. Dat gaat ervan uit dat dit soort kwesties niet door de overheid geregeld moet worden, maar beter kan worden opgelost door vrijwillige maatregelen van het bedrijfsleven.
Onjuist, zegt het hooggerechtshof nu. Het EPA kan de wet op de luchtvervuiling niet alleen niet negeren, maar heeft zelfs de verplichting ernaar te handelen „tenzij het ministerie solide wetenschappelijke argumenten kan presenteren om de beslissing te rechtvaardigen om niet in actie te komen.”
De kwestie waar het hooggerechtshof zich maandag in eerste instantie over uitsprak, betrof de uitlaatgassen van auto’s. Hier was een krappe meerderheid van vijf tegen vier rechters. Maar met negen tegen nul stemmen besliste het hof vervolgens dat het EPA zeker de verplichting heeft in actie te komen wanneer bedrijven meer schadelijke uitlaatgassen produceren als gevolg van „uitbreidingen of moderniseringen.”
Deze beslissingen van het hooggerechtshof waren veruit de ernstigste juridische oorvijgen die de regering-Bush moest incasseren. De beslissing werd voorafgegaan door een uitspraak van federaal rechter Phyllis Hamilton in San Francisco (Californië), die eind vorige week concludeerde dat het Amerikaanse Bosbeheer (Forest Service, dat ressorteert onder het EPA) in 2005 „onrechtmatig en met overtreding van verschillende milieuwetten, eigenmachtig en zonder openbare discussie” de criteria voor het beheer van overheidsbossen had versoepeld.
Volgens Bosbeheer konden de regels voor het kappen van delen van zulke bossen, het aanleggen van wegen en andere bouwwerken en het plaatsen van telefoonmasten (voor het mobieletelefonienet) „beduidend versoepeld” worden. Volgens rechter Hamilton moet dit besluit teruggedraaid worden en kunnen nieuwe besluiten over wijzigingen in de reglementering voor het beheer van overheidsbossen (die 8 procent van Amerika’s oppervlakte beslaan) alleen genomen worden „na uitgebreide raadpleging van het publiek en de belangrijkste organisaties die zich met milieubeheer en milieubescherming bezighouden.”
Terwijl het Witte Huis maandag elk commentaar op deze rechterlijke beslissingen weigerde, werden zij luid geprezen door milieuorganisaties. „Het antimilieubeleid van deze regering is door deze beslissingen duidelijk aan de kaak gesteld”, aldus Tim Preso, woordvoerder van de milieufederatie Earthjustice. Volgens Preso zal vooral de uitspraak van het hooggerechtshof gevolgen hebben voor het verdere verloop van een aantal processen waarin partijen wachtten op deze uitspraak. „Maar van een echte wijziging van het milieubeleid kan pas sprake zijn als deze regering begin 2009 is opgestapt”, meent Preso.