”Ali Chemicali” was steunpilaar onder regime Saddam
BAGDAD (ANP) - Tegen generaal Ali Hassan al-Majid al-Tikriti, vooral bekend onder zijn bijnaam Ali Chemicali, is maandag de doodstraf geëist. De voormalige hoge bestuurder gold als een steunpilaar onder het regime van de intussen opgehangen ex-president Saddam Hussein.
De generaal is een neef van Saddam en Majid en begon zijn loopbaan in Irak als de chauffeur van zijn oom. Zijn bijnaam kreeg Majid, geboren in 1943, toen hij eind jaren tachtig in Noord-Irak de Koerden bestookte met gifgassen, waardoor vele tienduizenden mensen omkwamen. In 1987 was hij benoemd tot gouverneur van Noord-Irak. Hij kreeg de opdracht een einde te maken aan de onrust onder de rebellerende Koerden.De kersverse gouverneur besloot grondig te werk te gaan. Met een pennenstreek droeg hij het Iraakse leger op „alle mensen en dieren” in het gebied te doden. Hij maakte honderden dorpen met de grond gelijk.
Al-Majid vestigde zijn naam als een van de bruutste medewerkers van Saddam al in 1983, toen hij het Noord-Iraakse dorpje Dujail met al zijn inwoners van de kaart veegde. Deze operatie was een wraakactie voor een mislukte moordaanslag op Saddam. Tientallen onschuldige burgers kwamen om. Saddam zelf werd om zijn betrokkenheid in deze zaak ter dood veroordeeld.
Na de Iraakse invasie van Koeweit (1990) werd hij benoemd tot militair gouverneur van dat bezette land. In die hoedanigheid was hij er verantwoordelijk voor dat het emiraat, dat inmiddels was ingelijfd bij Irak, werd geplunderd en leeggeroofd. In maart 1991 benoemde Saddam zijn neef tot minister van Binnenlandse Zaken. Als bewindsman was hij verantwoordelijk voor het bloedig neerslaan van de opstanden van de Koerden en sjiieten vlak na de Golfoorlog van 1990/1991.
Nadat hij van 1991 tot 1995 minister van Defensie was geweest, ontsloeg Saddam hem van zijn ministeriële taken. Wel bleef Majid een belangrijke positie vervullen binnen de regerende Baathpartij. Ook bleef hij lid van de Revolutionaire Commando Raad.
In 1995 kon hij zijn trouw aan Saddam opnieuw bewijzen. Twee schoonzoons van Saddam (Majids neven) waren naar het buitenland gevlucht, maar onder beloftes van verzoening weer teruggekeerd. Majid zag er naar verluidt persoonlijk op toe dat ze werden vermoord.
Aan het begin van de Amerikaans-Britse inval (maart 2003) meldde de oppositie dat Majid zijn hoofdkwartier in een ziekenhuis in Basra had ingericht om veilig te zijn voor de bommen van de coalitie. Later werd zijn dood gemeld als gevolg van bombardementen. De Amerikanen namen die meldingen echter niet lang serieus en zij zochten uitgebreid naar Al-Majid. In augustus 2003 werd hij opgepakt door de Amerikanen.