Laaggeletterdheid raakt ego
DEN HAAG - Met een verhaal over de eekhoorn die besluit dat hij lezen wil afleren, opende FNV-voorzitter Agnes Jongerius donderdag een themamiddag over laaggeletterdheid in het bedrijfsleven. De Stichting van de Arbeid presenteerde een stappenplan voor werkgevers, werknemers en overheid om de 1,5 miljoen laaggeletterden in Nederland zover te krijgen dat ze lezen willen áánleren.
„De eekhoorn dacht aan de brief van de dwergmuis en hij had het weer warm en koud en voelde zijn hart weer bonzen. „Ik wou dat ik niet meer kon lezen”, zei hij. Omdat de mus een bord met ”Afleren - in twee of iets meer lessen” voor de deur heeft, gaat hij daar een cursus ontlezen volgen.”Werkgevers, werknemers, economen en taalkundigen, staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs en prinses Laurentien glimlachen in het Museum voor Communicatie om de eekhoorn van Toon Tellegen, die is vergeten de dwergmuis uit te nodigen voor zijn verjaardag en zich zo schaamt dat hij voortaan geen verwijtende brieven meer wenst te kunnen lezen. Zíj zijn hier om mensen te helpen die zich schamen omdat ze niet of nauwelijks kunnen lezen.
In Nederland zijn zo’n 1,5 miljoen volwassenen -één op de tien- laaggeletterd. Twee derde van hen is autochtoon, een derde allochtoon. Het gaat om mensen die als kind wel rekenen, schrijven en lezen leerden op school, maar niet voldoende om zich goed te kunnen redden.
Dat de groep zo groot is en dat het probleem zich ook in hun bedrijf kan voordoen, beseffen veel werkgevers niet. Lees- en schrijfvaardigheid zegt namelijk nog niets over iemands intelligentie. Laaggeletterden blijken vindingrijk in het verbergen van hun ’handicap’. Ze zijn hun bril vergeten als ze een instructie moeten lezen, of nemen een formulier mee om het thuis in te vullen. Sommigen melden een gebroken pols als dat zo uitkomt.
Voor deze groep maakt de Stichting Lezen & Schrijven -een initiatief van prinses Laurentien, opgericht in 2004- zich sterk. De Stichting van de Arbeid, een centrale organisatie van werkgevers en werknemers in Nederland, overhandigt het rapport met aanbevelingen voor werkgevers en overheid daarom aan de prinses.
De werkgevers krijgen drie adviezen: maak laaggeletterdheid bespreekbaar op de werkvloer door een open sfeer te creëren en betrek OR of PVT (personeelsvertegenwoordiging) bij de actieve opsporing en de aanpak; herken laaggeletterdheid; pak laaggeletterdheid aan door relevante cursussen lezen en schrijven aan te bieden. De overheid krijgt een korte tip: die moet cursussen lezen en schrijven faciliteren.
Want laaggeletterdheid kost geld, zegt Henriëtte Maassen van den Brink, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam. Uit onderzoek blijkt dat 5 procent van de laaggeletterden geen inkomen heeft en meer dan 70 procent geen betaalde baan. Een op de vijf laaggeletterden is werkloos, twee keer zo hoog als gemiddeld. Een kwart heeft een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Behalve hogere kosten voor sociale zekerheid brengt laaggeletterdheid meer kosten voor de gezondheidszorg met zich mee. Voorschriften voor gezond leven zouden te weinig worden gelezen, met lichamelijke klachten als gevolg; psychische problemen ontstaan door gekneusd zelfvertrouwen.
Door laaggeletterdheid uit te bannen, is jaarlijks 537 miljoen euro te besparen, berekent Maassen van den Brink. Voor doelgerichte investering in scholing heeft ze twee belangrijke adviezen: „Maak gebruik van een leven lang leren. Het gaat niet alleen om de werkgever en de winst, maar ook om de persoonlijke ontwikkeling van personeel. Verder moeten geldstromen beter op elkaar worden afgestemd.”
„U gebruikt grote letters op dat scherm, maar wij begrijpen er geen hout van”, zegt een assertieve ambassadeur, een oud-laaggeletterde die cursussen heeft gevolgd en nu probeert anderen tot een opleiding over te halen. De hoogleraar en de voormalig laaggeletterde heffen hun communicatieprobleem voorlopig op door websites uit te wisselen: kijk jij eens op www.adopteereenhoogleraar.nl, dan kijk ik op www.ikbenambassadeur.nl. In Nederland zijn vijftig à zestig ambassadeurs actief; roc’s leiden hen op.
„We zeggen: Mensen moeten kunnen participeren”, zegt prinses Laurentien als Bernard Wientjes van VNO-NCW haar de aanbevelingen van de Stichting van de Arbeid heeft overhandigd. „Eigenlijk is dat een stap te ver. Dan vergeten we mensen die dat niet dúrven. Die altijd hebben gehoord: dat kun jij niet. Daarom raakt dit advies aan werkgevers en overheid het hart van de samenleving. Het gaat over eigenwaarde. Iedereen verdient het een kans te krijgen - een eerste, een tweede.”