Geen passend werk voor schoolverlaters
Schoolverlaters moeten meer dan ooit hun werkzame leven beginnen met een baan onder hun opleidingsniveau. Ook worden ze vaker gedwongen werk te zoeken op een ander gebied dan gezien hun studie normaal zou zijn. Dat zegt het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) in zijn Schoolverlatersbrief 2002.
Schoolverlaters moeten door de halverwege 2002 stevig omgeslagen stemming op de arbeidsmarkt gemiddeld wat langer zoeken naar een baan dan vorig jaar. Toch vinden zij binnen een jaar nog steeds vaker en sneller werk dan andere zoekers op de arbeidsmarkt.
Vorig jaar vond 70 procent van de schoolverlaters na een half jaar werk en binnen een jaar 87 procent. Vooral voor fysiotherapeuten, onderwijzers, informatici (HBO) en in de genees-, diergenees- en tandheelkunde was een baan vinden geen probleem. Op de hele arbeidsmarkt waren voor iedere drie werklozen vijf banen beschikbaar. Zeven jaar geleden hadden werklozen het nog veel noeilijker, in 1995 waren er acht vacatures op iedere honderd werklozen.
Zo erg als toen is het dus nog niet. Een cijfer voor dit jaar is er nog niet, maar een ruim 12 procent lager aanbod van banen en een stijgend aantal van 6000 werklozen per maand dit jaar belooft voor de korte termijn niet veel goeds. Van de zomer 2001 tot die van 2002 schreven zich bij het CWI 22 procent meer hbo’ers en 15 procent meer academici in op zoek naar werk.
Op middellange termijn zijn volgens het CWI de vooruitzichten voor schoolverlaters matig tot zeer goed. Het hangt af van de opleiding en de studierichting. Hoe hoger de opleiding, hoe beter het perspectief: vmbo matig, mbo/hbo goed, wetenschappelijk onderwijs zeer goed. Ongeschoolde schoolverlaters hebben een redelijk perspectief. Toch zal het voor academici met een studie Letteren of Kunstgeschiedenis tot 70 procent meer tijd dan het gemiddelde kosten om een baan te vinden, al dan niet in de eigen afstudeerrichting.
Het aantal schoolverlaters neemt overigens toe. Waren het er vorig jaar 222.000, in 2015 zijn het er 260.000. Het gemiddeld aantal van 220.000 over de afgelopen tien jaar stijgt naar gemiddeld 246.000 in de komende veertien jaar. De stroom schoolverlaters van gewilde technische en economische richtingen daalt, die van algemene onderwijsrichtingen stijgt.