Dr. Van ’t Veld: Maak een levensboek
HOEVELAKEN - „Maak een levensboek”, raadt dr. H. van ’t Veld emeritus predikanten aan. Van ’t Veld, oud-rector van de Ichthus Scholengemeenschap in Veenendaal, schrijver over De Christenreis van John Bunyan en dichter van de Heidelbergse Catechismus, heeft zelf ook een levensboek gemaakt.
Hij vertelde er woensdag over tijdens een drukbezochte contactdag van hervormd-gereformeerde emeritus predikanten en predikantsvrouwen in Hoevelaken.Een levensboek is een geordend en zichtbaar verslag van iemands leven. Het is losbladig opgebouwd uit verschillende hoofdstukken, die elk een periode uit het leven behandelen.
Tekst en foto’s geven samen in chronologische volgorde een beeld van de belangrijkste gebeurtenissen uit iemands leven, aldus Van ’t Veld. Hij voegde eraan toe dat een levensboek nooit af is. Er kan altijd iets aan worden toegevoegd.
Het maken van een levensboek is een goede gelegenheid om terug te blikken op het leven. „Wie van zijn herinneringen geniet, dankt God en leeft tweemaal. Een levensboek kan van groot belang zijn voor mensen die erg vergeetachtig worden of gaan dementeren. Ook voor degenen die hen verzorgen of bezoeken is een levensboek belangrijk: al bladerend komen herinneringen boven en zijn er aanknopingspunten voor een gesprek.”
Van ’t Veld veronderstelde dat de meeste predikanten ordners en dozen vol hebben staan met documenten, foto’s, artikelen, lijsten met gehouden preken en andere wetenswaardigheden, die niet erg toegankelijk zijn - ook niet voor de kinderen na het overlijden. De kans is groot dat die spullen dan als „rommel” worden weggegooid.
Hij drong erop aan om bij het samenstellen van een levensboek te separeren en niet alles op te nemen, zodat het verslag niet te saai wordt, en om naast feitenmateriaal uit het predikantenbestaan ook gebeurtenissen van de rest van de familie en algemene voorvallen op te nemen.
Als voorbeeld noemde hij de kleding die de predikant en zijn vrouw aantrokken op een doordeweekse dag. Een ander voorbeeld ging over een voorlezer in een kerk die in plaats van stoïcijnse wijsgeren ”schotse wijsgeren” las. Ds. J. T. Doornenbal uit Oene trouwde eens een paartje, dat heel lang gezocht had naar een woning, met de tekst: „Zelfs vindt de mus een huis.”
Het levensboek van ’t Veld heet ”Bergen en vlakten”. Het bestaat uit een aantal dikke ordners met in totaal zes hoofdstukken, onder andere over zijn jeugd, zijn tijd als taalkundige in Kenia en de periode als rector in Veenendaal. Een hoogtepunt tijdens zijn Keniaanse tijd was de vertaling van de kinderbijbel van Anne de Vries in het Swahili.
Een aantal herinneringen is berijmd, zoals die van de schoolmeester van de lagere school, die aan de jacht deed. „De kinderen zeiden: „Meester, als de konijnen tien centimeter langer waren, raakte u ze allemaal”.”
Voorzitter ds. W. J. Gorissen had er tijdens zijn meditatie op gewezen dat er belangrijker dingen zijn dan achteromkijken. Naar aanleiding van Filippensen 3:14 zei hij dat het verleden de mensen in de weg kan staan om in het heden goed te functioneren. Christenen moeten zich uitstrekken naar wat voor hen is. „Houd vol en zie op Jezus. We zijn toekomstgericht, het grote feest komt nog.”
Na de lezing van ’t Veld zei ds. Gorissen dat het bewaren van herinneringen goed is, maar dat de mensen de toekomst niet moeten vergeten. Van ’t Veld antwoordde dat het goed is om achterom te kijken en te zien hoe God je in het leven niet in de steek gelaten heeft.