Kerk & religie

Rotterdam uitvalsbasis voor arminianen

ROTTERDAM - „De volgers van Armijn, kruipend door het gat van Jan Patijn.” Nog aan het eind van de achttiende eeuw werden remonstranten bespot met dit rijmpje. Het gat was het lage toegangspoortje naar de remonstrantse kerk aan het West-Nieuwland in Rotterdam. Jan Patijn, gereformeerd dominee, woonde boven de poort. Een expositie over arminianen in de Maasstad toont een afbeelding van het befaamde poortje.

K. van der Zwaag
27 March 2007 10:26Gewijzigd op 14 November 2020 04:38
ROTTERDAM – Het zogenaamde ”gat van Jan Patijn”: het lage toegangspoortje naar de remonstrantse kerk in Rotterdam. Jan Patijn, gereformeerd dominee, woonde boven de poort waardoor de remonstranten moesten om hun kerk te bereiken. Foto De Bataafsche Leeuw
ROTTERDAM – Het zogenaamde ”gat van Jan Patijn”: het lage toegangspoortje naar de remonstrantse kerk in Rotterdam. Jan Patijn, gereformeerd dominee, woonde boven de poort waardoor de remonstranten moesten om hun kerk te bereiken. Foto De Bataafsche Leeuw

De remonstranten moesten steeds dieper bukken, omdat de dijk waarop het poortje stond steeds verder opgehoogd werd in verband met het wassende water. Van vernedering hadden de remonstranten weinig te duchten, want al dertien jaar na hun veroordeling door de Synode van Dordrecht konden zij hun eerste vaste predikant benoemen. Hun onderkomen was weliswaar een schuilkerk, maar bepaald geen kleine.De expositie is het resultaat van samenwerking tussen het Rotterdams gemeentearchief -dat dit jaar onder het motto ”Schat van de stad” zijn 150-jarig bestaan viert- en de remonstrantse gemeente, die dit jaar haar 375-jarig bestaan viert. Uitgeverij De Bataafsche Leeuw wijdde er een kloek boekwerk aan, met tal van illustraties. Het accent van de expositie ligt op de leidslieden ten tijde van de stichting van de gemeente, de beide kerkgebouwen en de verzamelingen, met name de portrettenverzameling. Deze is de grootste kerkelijke portrettenverzameling van Nederland, waarvan de originelen nog steeds in de remonstrantse kerk hangen.

Conflict
De feiten rond de remonstrantse twisten zijn bekend. De Leidse hoogleraren Jacobus Arminius (1560-1609) en Franciscus Gomarus (1563-1641) waren met elkaar in dispuut over de vrije wil, de verkiezing en de visie op de verhouding tussen kerk en staat. Arminius verwoordde een rekkelijke interpretatie van de leer der uitverkiezing in zijn ”Verclaringhe voor de Staten van Holland” in 1608. Deze verklaring werkte door in de ”Remonstrantie” (1610) en de ”Voorrede tot de Belijdenis” (1621). De tekst van de begeleidende brief aan de Staten-Generaal wordt bewaard in het archief van de Remonstrantse Gemeente Rotterdam.

Door ingrijpen van stadhouder prins Maurits raakten de arminianen -inmiddels remonstranten genaamd- na acht jaar lang touwtrekken in 1618/1619 hun meerderheidspositie in Holland, Utrecht en Overijssel kwijt. Prins Maurits beëindigde de politieke onrust door de vervanging van remonstrantse stadsbestuurders door contraremonstrantse.

De nationale synode van Dordrecht zette ongeveer 200 predikanten af die de Gereformeerde Kerk moesten verlaten. Zij stichtten in 1619 in Antwerpen de Remonstrantse Broederschap. Rotterdam werd de belangrijkste basis van de remonstranten in Nederland. Al in 1627 kwam het landelijke verband van predikanten in Rotterdam bijeen om de organisatie van deze geloofsgemeenschap in de Republiek ter hand nemen.

De remonstrantse gemeente in de havenstad werd in 1632 de eerste met vaste predikanten. Nog in hetzelfde jaar kon er een kerk worden gebouwd achter de huizen van Vissersdijk, West-Nieuwland en Nieuwstraat. De vorm van deze schuilkerk was net als de Amsterdamse ontleend aan die van de eerste protestantse kerk te Charenton (Frankrijk). Het gebouw bood niet alleen 265 jaar lang onderdak aan kerkgangers, maar ook aan de belangrijkste verzamelingen van de remonstranten, zoals de in 1645 totstandgekomen bibliotheek, gevolg van de schriftelijke nalatenschap van Johannes Wtenbogaert (1557-1644). Tot het meubilair behoort nog steeds de stoel van Arminius.

In 1897 werd een nieuwe kerk aan de Westersingel gebouwd, opgetrokken in Byzantijnse stijl met art nouveaudecoraties waarin het arminiaanse gedachtegoed tot uitdrukking is gebracht. Dit kerkgebouw, pal tegenover het Museum Boijmans Van Beuningen, is nog steeds in gebruik bij de Remonstrantse Gemeente Rotterdam, de grootste remonstrantse gemeente in Nederland.

Paradijs
Het leeuwendeel van de expositie in het gemeentearchief bestaat uit een portrettengalerij. Het bevat onder andere portretten van Arminius -met in zijn hand zijn lijfspreuk ”Bona conscientia paradisus”, een goed geweten is het paradijs- en van zijn vrouw, Elisabeth Reael (1569-1648). Verder is Wtenbogaert, stichter van Remonstrantse Broederschap, te zien en de verschillende hoogleraren die doceerden aan het Remonstrants Seminarie. Bekende namen zijn Simon Episcopius (hoogleraar van 1634-1643), Isaäcus Pontanus (1666-1667), Abraham des Amorie van der Hoeven (1827-1855) en Cornelis Petrus Tiele (1873-1902).

De expositie laat ook originele stukken te zien, zoals het notulenboek van de kerkenraad, foto’s van de oude kerk, catalogi van de bibliotheek (1893) en handschriften (1869) van de Remonstrantse Gemeente Rotterdam. Deze catalogi zijn gedrukt, waardoor deze collecties wereldwijd bekend zijn geworden.

Vrijheid en verdraagzaamheid hadden de remonstranten hoog in het vaandel. Toch kende ook hun tolerantie grenzen. Rond 1660 liepen discussies zoals godsdienstonderwijs door leken en de invoering van orgelspel zo hoog op dat de kerkenraadsverslagen hierover van hogerhand gecorrigeerd moesten worden. In de kerkenraadsbesluiten van 20 en 27 september 1658, op de expositie tentoongesteld, vallen de met nadruk aangegeven teksten „Uijt genegentheijt tot oeffeninge van de onderlingse verdraagsaamheijt” en „Na voorhenengaende goetvinden van de Societeijt off Broederschap” op.

Hekkensluiter van de portrettengalerij is de huidige predikant ds. Eric Henri Cossee (1944), predikant in Rotterdam sinds 1982. Zijn vrouw Frederike, werkzaam bij het Rotterdamse gemeentearchief, vertelt enthousiast het verhaal over de remonstranten. Ze kan nu in haar eigen werkomgeving haar verhaal kwijt. „Bij de afzetting van de remonstranten in 1618 waren vier van de vijf gereformeerde predikanten in Rotterdam arminiaans. De titel ”Bavianen en slijkgeuzen” van het boek van prof. Van Deursen is terecht, want de orthodox-gereformeerden moesten letterlijk door het slijk heen om buiten de stad de diensten bij te wonen.”

Zij vertelt dat de huidige remonstrantse kerk ruimte biedt aan ruim duizend bezoekers, maar dat er ’s zondags slechts 120 kerkgangers zijn. Door de inrichting van de kerk ziet men vanaf de benedenverdieping geen lege galerijen, maar wel de mensen die op de voorste rijen zitten. „Alleen vanuit de preekstoel kijk je naar de lege banken. Deze vorm is een gelukkig bijeffect van de kerk, al was dat natuurlijk niet voorzien. Op de feestdag van onze gemeente waren er 900 bezoekers, maar dat was een niet meer zo vaak voorkomende gebeurtenis.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer