Dit Woord
Dit moet ons bewegen naar dit Woord te spreken. Dat wordt van ons, die leraars zijn, vereist. Dat blijkt dan ook aan de predikatiën, dat die het beste zijn die het meest doorwrocht zijn uit dat Woord. Dartele oren mogen behagen scheppen in woorden van menselijke wijsheid, of welsprekendheid. Indien ze geen vergif zijn, ze zijn ten beste maar kaf. Ze kunnen de ziel niet voeden.
Het is echter nodig voor de meeste toehoorders hen te onderwijzen dat ze niet onze woorden horen maar Gods woorden. Dat wordt evenwel niet alleen vereist van hen die leraars zijn, maar ook van alle andere mensen, eenieder naar zijn gelegenheid. In het bijzonder is het onze plicht God te danken met blijdschap en hoogachting voor die onverdiende, nooit volprezen weldaad, dat wij Zijn wet en getuigenis nog onder ons hebben.Begeef u toch tot dat Woord om daar die leer en raad te vinden die geloof en zeden aangaan. Doe dat ook in verdrukking en verleiding enzovoorts. Tot dat Woord moet men komen met onderwerping. Al strijdt ons vernuft daartegen, men moet komen met geloof, met welgevallen en gehoorzaamheid. Toets dan aan dat Woord alle raad en leer, opdat niemand u verleide met ijdele woorden. Begeef u onder het gehoor van het zuivere Woord. Lees, overdenk en onderzoek dat Woord vlijtig en bid om verlichting.
Carolus Tuinman, predikant te Middelburg (”Keurstoffen uit de Heilige Schrift”, 1740)