Het gaat om de 31-jarige Australiër David Hicks die eind 2001 in Afghanistan werd opgepakt en verdacht wordt van steun aan terrorisme. Hij was in 2004 al een keer verschenen voor een van de door president George Bush ingestelde militaire commissies in de Amerikaanse basis op Cuba.Die zittingen werden echter later ongeldig verklaard toen het Amerikaanse Hooggerechtshof vorig jaar vaststelde dat voor de militaire commissies een wettelijke basis ontbrak. Die kwam er later alsnog door de Military Commissions Act.

De tot de islam bekeerde Hicks, die zich inmiddels de bijnaam „Australische Talib” heeft verworven, was in Kandahar toen de Amerikanen in oktober 2001 begonnen met hun bombardementen op Afghanistan. Later dat jaar werd hij opgepakt door de Noordelijke Alliantie, die met de VS samenwerkte.

Volgens de tenlastelegging zou Hicks „steun of hulpmiddelen” hebben geleverd die moesten worden gebruikt bij de „voorbereiding voor of uitvoering van een daad van terrorisme”. Volgens zijn militaire advocaat, majoor Michael Mori, zijn die aanklachten „verzonnen”. „Het is walgelijk dat hij vijf jaar in Guantànamo heeft gezeten voor verzonnen aanklachten”, aldus de jurist. Hicks zegt dat hij door zijn Amerikaanse bewakers is gemarteld.

Mensenrechtenorganisaties hebben ook op de nieuwe militaire commissies die door de nieuwe wet zijn opgezet, veel kritiek. Zo zou de procedure vooral erop gericht zijn ervoor te zorgen dat de verdachte veroordeeld wordt. Ook kan belastende informatie worden gebruikt die onder dwang is verkregen.

Hicks kan levenslang krijgen als hij wordt veroordeeld. De VS hebben ermee ingestemd dat hij zijn straf in Australië mag uitzitten. De zitting maandag wordt bijgewoond door zijn vader, Terry Hicks, die al jaren campagne voert voor zijn vrijlating.