Japanse oud-premier ontkent legerbordeel
TOKIO (AP) - De vroegere Japanse premier Yasuhiro Nakasone heeft vrijdag ontkend dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Filipijnen een bordeel voor zijn manschappen heeft opgezet waar buitenlandse vrouwen en meisjes gedwongen als prostituee te werk werden gesteld, hoewel zijn eigen oorlogsherinneringen dat lijken tegen te spreken.
In ”De eeuwige marine - Verhalen om door te geven aan onze jongere generatie”, een bloemlezing van oorlogsherinneringen die in 1978 in Japan werd uitgegeven, schreef Nakasone dat sommige leden van de marine-eenheid waarmee hij in de Filipijnen en Borneo vocht, begonnen te gokken en vrouwen te belagen en dat hij daarom een ”ontspanningscentrum” voor hen had opgericht. Filipijnse vrouwen die in de jaren ’90 smartengeld eisten van de Japanse regering voerden het verhaal aan als bewijs dat Nakasone -en dus de Japanse overheid- medeverantwoordelijk was voor de Japanse legerbordelen waar zij als seksslaaf dienden.De zaak van de zogenoemde troostmeisjes kwam weer in de schijnwerpers toen premier Shinzo Abe eerder deze maand beweerde dat er geen bewijzen zijn dat de vrouwen, afkomstig uit door Japan veroverde landen, tot prostitutie werden gedwongen. Toen Nakasone vrijdag op de buitenlandse persclub een vraag kreeg over de door hem opgezette relaxclub, zei hij dat het een gelegenheid betrof waar civiele technici zich konden ontspannen en Go spelen. Hij zei over seksslavernij alleen in de krant te hebben gelezen en voegde eraan toe dergelijke praktijken te betreuren en de verontschuldiging te steunen die de Japanse regeringswoordvoerder daar in 1993 voor heeft uitgesproken.
In 1997 zei een woordvoerder van Nakasone tegen het persbureau AP dat de door de oud-premier opgezette relaxclub werd gerund door plaatselijke managers en dat de prostituees die er werkten dat op vrijwillige basis deden.
Nakasone, die premier was van 1982 tot 1987, staat bekend als een vurig nationalist. Hij was in 1985 de eerste premier die het omstreden monument voor de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog bezocht nadat daar de namen van enkele notoire oorlogsmisdadigers waren bijgeschreven.