Het Woord
Hoe velen zijn er in het midden van ons te bestraffen omdat zij geen kennis hebben van Gods wet en getuigenis. Dat is voor hen wat vreemds. „Want sommigen hebben de kennis van God niet. Ik zeg het u tot schaamte” (1 Korinthe 14:34). Zij weigeren naar het Woord te gaan om raad en onderwijs. Zij hebben achting noch liefde daartoe en spreken erover met kleinachting. Het is gebod op gebod en regel op regel, hier een weinig en daar een weinig.
O, hoe ver verschilt deze taal van de tale Kanaäns. Van dit alles moet men zeggen dat het tegen de gezonde leer is. Want alle raad en onderrichting die u ergens niet uit het Woord gegeven wordt, zal u ten verderve zijn. Spreekt u niet volgens die woorden, u zult van ieder woord eens rekenschap moeten geven.Dit moet ons, geliefden, van dat alles afschrikken en krachtig opwekken tot de plicht die God hier eist. Het Woord is immers de enige bron en regel van alle waarheid en heiligheid. Wat daarnaar gesproken en gedaan wordt, is alleen goed. Maken wij geen recht gebruik van dat Woord, God zal het ook rechtvaardig van ons wegnemen. Daaraan hangt al ons heil en geluk voor het hier en voor het hiernamaals. Want zulken worden zalig gesproken, voor hen zijn alle beloften en zegeningen van het Woord.
Carolus Tuinman, predikant te Middelburg (”Keurstoffen uit de Heilige Schrift”, 1740)
