Rotterdam voert „verkeerde lijstjes” aan
ROTTERDAM (ANP) - „We voeren de verkeerde lijstjes aan”, zegt de Rotterdamse wethouder Schrijer, verantwoordelijk voor Grotestedenbeleid, zonder trots. Zeven van de veertig wijken die minister Vogelaar (Wonen, Wijken, Integratie) donderdag aanmerkte als achterstandswijk liggen in Rotterdam. De Maasstad staat daarmee bovenaan.
Met de aanwijzing van Oud Zuid, Vreewijk en de Zuidelijke Tuinsteden is bijna het hele gebied ten zuiden van de Maas gemarkeerd als achterstandsbuurt. Schrijer is daar niet verbaasd over. Eigen onderzoek naar de leefbaarheid, de kwaliteit van wonen, de werkgelegenheid en het veiligheidsgevoel wijst uit dat op deze vier punten veel wijken op Zuid onvoldoende scoren.„De taal- en de leerachterstanden zijn te groot, de werkloosheid is te hoog, te veel woningen zijn verloederd en er is geen sociale samenhang omdat er te veel doorstroming is”, aldus de wethouder die zelf op Zuid woont.
Rotterdam zou Rotterdam niet zijn als het niet al de mouwen had opgestroopt in plaats van lijdzaam het lijstje van Vogelaar af te wachten. Met de woningcorporaties zijn in het Pact op Zuid de handen ineengeslagen om de achterstand te bestrijden. Voor de komende tien jaar is 1 miljard euro extra uitgetrokken. Daarvan dragen de woningcorporaties het leeuwendeel (830 miljoen euro) bij, de gemeente en andere partners de rest.
„Het probleem is zo omvangrijk dat wij dit samen moeten oppakken”, zegt Vestiadirecteur Anton van der Vlist. Zijn woningcorporatie heeft bijna 16.000 woningen in de genoemde wijken. „Daarbij maken we niet de fout dat we ons alleen op stenen stapelen richten. Het gaat om het totale plaatje, investeren in de woonomgeving en in het sociale en economische klimaat”, aldus Van der Vlist. Die combinatie is volgens directievoorzitter van Woningbedrijf Rotterdam (WBR) Arjan Schakenbos de kracht van het pact. „Je kunt wel allemaal nieuwe woningen neerzetten, maar daar los je het probleem niet mee op.” Van de 30.000 woningen die WBR in Rotterdam beheert, staan er 8000 op Zuid.
Met het Pact roepen de partners een halt toe aan de negatieve spiraal waarin de wijken op Zuid zich al jaren bevinden. Van oudsher is de sociale onderklasse sterk vertegenwoordigd op Zuid. Na de Tweede Wereldoorlog vestigden zich daar veel havenarbeiders. Na de modernisering van de havenbedrijven raakten velen werkloos. In de jaren zestig kwamen de nieuwkomers uit Zuid-Europa naar Zuid en de laatste twee decennia van de twintigste eeuw de immigranten uit Marokko, Turkije en Afrika. „Ieder met zijn eigen problematiek”, aldus Van der Vlist.
Schrijer, Van der Vlist en Schakenbos constateren dat zodra het een bewoner van Zuid economisch wat beter gaat, deze wegtrekt uit de armlastige wijken. Op deze manier wordt de negatieve spiraal nooit doorbroken. „Deze tendens willen we een halt toeroepen. Dat betekent dat we de woonomgeving aantrekkelijker moeten maken. Schoon, heel en veilig”, aldus de Vestiadirecteur.
„Zorg bijvoorbeeld voor middenstandswoningen, bestaande uit twee lagen, tuintje voor en achter en een auto voor de deur.” Daarmee behoud je de middenklassers voor deze wijken, zegt Schrijer. „En waarom stellen we apk voor woningen in.” De wethouder wil daarmee verwaarlozing tegengaan.
Naast opgeknapte woningen moeten trapveldjes, veilige speelplekken, brede scholen waar ruimte is voor naschoolse opvang, actieve buurtconciërges en goede winkelvoorzieningen voor verbetering zorgen. „Geef de wijk een eigen identiteit. Nu lijken wijken te veel op elkaar”, aldus Schakenbos.
Voor het stimuleren van de werkgelegenheid zijn subsidieregelingen ingesteld zodat het eenvoudiger is om een werknemer in dienst te nemen of een bedrijfje te beginnen. „We noemen dat de zogeheten kansenzoneregeling. Het moet goedkoper worden om iemand in dienst te nemen, dus wij bieden aan het loon voor 50 procent te subsidiëren”, noemt Schrijer als voorbeeld.
Het is een ambitieus plan, erkent Schakenbos, maar wel noodzakelijk. „Het verschil tussen Zuid en de rest van de stad is veel te groot.” De gemeente en de corporaties hebben bewust voor een tijdpad van tien jaar gekozen. „Wat in veertig jaar achteruit is gegaan, kun je niet in korte tijd herstellen.”